UA-118352680-1

Trendstokers

Trendwatching in de 21ste eeuw

Om de toekomst te kunnen voorspellen, worden trendwatchers ingeschakeld. Anno 2012 zien we nieuwe online initiatieven die gebruik maken van crowd wisdom en expert opinions om kennis te distilleren uit talloze observaties. Zo ontstaat style intelligence!

Eerder gepubliceerd in Tijdschrift voor Marketing (12-2012) pdf

In Saturday Night Fever is John Travolta de meester van de lokale discotheek Odyssey in Brooklyn. De film uit 1977 was gebaseerd op een artikel in de New York Times waarin gesuggereerd werd dat disco-dancing een opkomende rage was in de stad. Mede dankzij de soundtrack van de BeeGees werd disco kort daarna een mondiaal fenomeen. Nik Cohn, de auteur van het oorspronkelijke artikel, gaf later toe dat hij het oorspronkelijke verhaal verzonnen had. Maar hij stond onbedoeld wel aan de basis van een wereldwijde trend.

Meesurfen

Trends zijn een belangrijke omgevingsfactor in marketing. Bedrijven die zich in de juiste positie manoeuvreren wanneer zich een grote golf begint te vormen, kunnen een heel eind meesurfen op de beweging. Soms ontstaat die spontaan, doorgaans is er sprake van consonantie omdat verschillende bedrijven in dezelfde richting bewegen. Goede ontwerpers hebben een neus voor aankomende trends en ook ontwikkelaars houden bronnen van nieuwe ontwikkelingen in de peiling. Trends zijn belangrijk voor de auto-industrie, consumentenelektronica, levensmiddelen, meubels en bij uitstek voor de modewereld die leeft van seizoenmatige vernieuwing.

Voor professionele trendwatchers zijn bovendien de lead times in verschillende productgroepen van belang. De tijd die verstrijkt tussen de eerste schets en een product in massadistributie varieert van vele maanden tot zelfs jaren. In de mode wordt gerekend met lead times van circa anderhalf jaar, terwijl de auto-industrie soms jaren vooruit moet kijken. Ontwerpers in deze industrieën zijn niet gebaat bij coolspotters die beschrijven wat er nu gebeurt in hippe steden. Ze zijn op zoek naar observaties en analyses die een blik bieden op de toekomst.

Daarbij zijn twee soorten trendwatchers interessant: degenen die een goede kijk op de toekomst hebben (de visionairs) en degenen die met originele analyses komen (de cijferaars). In de trendbusiness krijgen vooral de zieners veel aandacht. Trendwatchers die overtuigende verhalen illustreren met vroege voortekens zijn altijd goed voor een spannende story. Daarnaast doen ook gespecialiseerde marktonderzoeksbureaus goede zaken met rapporten waarin meer systematisch naar de toekomst gekeken wordt. Voorbeelden zijn The Futures Company (Kantar) en FutureBrand. Veel grote bedrijven gebruiken een combinatie van beide: methodisch onderzoek en een beetje magie.

Trendzieners

Sinds de opkomst van het internet met steeds betere faciliteiten om snel hoogwaardige fotografie te distribueren, is een nieuw soort trendzieners in opkomst. Een voorloper in online trendreporting was Worth Global Style Network in Londen (zie portret in Emerce). WGSN is opgezet in 1998 door de broeders Mark en Julian Worth die het initiatief financierden met geld dat verdiend werd in het familiebedrijf Heatseal, een producent van textieltransfers. Idee was dat grote fashion companies bereid zijn goed te betalen voor online observaties en analyses van nieuwe stijlen op de catwalks van Parijs, Milaan, Londen en New York, verrijkt met etalagefoto’s en street styles. Ontwerpers hoefden niet meer op pad. Een abonnement op WGSN zou toegang geven tot een wereld aan cool.

Deze eerste online trend distillery bleek een niet te dempen put. Het idee sloeg weliswaar aan en WGSN kreeg versterking van dertig miljoen risicokapitaal uit fashion venture funds. Maar de kosten gingen harder dan de inkomsten. Op het kantoor in Londen zaten al snel veertig deskundige coolhunters. Abonnees moesten uitgerust worden met dure satellietverbindingen omdat broadband internet destijds nog geen gemeengoed was. In 2003 maakte WGSN daarom een doorstart met een verse kapitaalinjectie van Fortis Bank. Toen waren de verbindingen aanmerkelijk verbeterd en groeide het aantal abonnees snel. Een abonnement kostte destijds een slordige 19.000 euro voor tien licenties. Maar de voorgeschotelde informatie bleek ook interessant voor meubelfabrikanten, consumentenelektronica en autoproducenten. In 2005 werd WGSN voor circa 200 miljoen euro overgenomen door vakbladenuitgever EMAP, onderdeel van de Guardian Media Group.

Inmiddels was de concurrentie wakker geworden. Iconoculture (nu Gartner) in de Verenigde Staten, een trendbureau van de stylisten Mary Meehan en Vicky Abrahamson, ging in 2002 online met zijn eigen abonneeservice. Daaruit zijn diensten ontsproten als IconoWatch en IconoIQ die verdieping geven aan online trendrapportages. In New York richtte designer en fashion executive Frank Bober in 2003 StyleSight op, een directe concurrent van WGSN. StyleSight heeft bijzonder goede connecties in sourcing, bij materiaalfabrikanten en modeproducenten in het Verre Oosten, zodat ontwikkelingen in de aanvoerlijn vroegtijdig gesignaleerd worden. (In 2014 zijn WGSN en StyleSight gefuseerd)

In Londen was ondertussen in 2001 The Future Laboratory online gegaan, een initiatief van fashion writers Chris Sanderson en Martin Raymond. Deze onderneming staat aan de basis van Lifestyle News Network LS:N, een online trendnieuwskanaal voor abonnees. De genoemde ondernemingen werken allemaal met professionele coolhunters en trendanalisten.

Crowd Sourcing

Andere initiatieven zijn gebaseerd op crowdsourcing, op gemeenschappen van vrijwillige trendspotters die bijdragen aan blogs en online rapportages. Voorloper in dit genre is Reinier Evers die in 2002 Springwise begon, waaruit Trendwatching.com is voortgekomen met een wereldwijd netwerk van honderden happyspotters die voor hun observaties beloond worden met spaarpunten in te wisselen bij Amazon en Apple.

In 2004 doken bovendien The Cool Hunter en PSFK op, respectievelijk blogs van Bill Tikos en het Britse duo Pier Fawkes en Simon King. Beide blogs werken met een netwerk van contributors. In 2006 werd Trendhunter.com opgezet, door Jeremy Gutsche in Toronto. De laatste heeft binnen vijf jaar een netwerk van 111.000 actieve leden verzameld. Opvallend is dat ook vanuit deze trendcommunities initiatieven zijn ontstaan waarbij de verzamelde informatie gedistilleerd wordt om in hoger concentraat als rapport of advies verkocht te worden aan corporate afnemers en hun bureaus.

Tweede Generatie

Deze trendstokerij is inmiddels een serieuze business geworden, wat tot uitdrukking komt in tweede generatie online diensten en niche-services. Marc Worth die WGSN voor een prima prijs verkocht aan de Guardian Media Group, is na het verstrijken van zijn concurrentiebeding in 2010 opnieuw begonnen met het online inspiration platform Stylus. Deze abonneedienst mikte aanvankelijk op de woning- en meubelmarkt, maar inmiddels worden een stuk of twintig sectoren bediend met actuele trendobservaties. Afgelopen voorjaar kwam uitgeverij Hearst voor 20 procent aan boord, wat Stylus kapitaal geeft om versneld uit te breiden in Europa en Azië. Thans is driekwart van de abonnees in de Verenigde Staten gevestigd.

Een ander voorbeeld van een ‘2nd generation trend publisher’ is Panoramix Global, opgezet door Mary Meehan van Iconoculture. Dat laatste netwerk is in 2010 overgenomen door de adviesorganisatie The Corporate Executive Board (CEB), wat Meehan de kans gaf overnieuw te beginnen als ziener. Ze gaat daarmee terug naar de meer ambachtelijke versie van trendwatching, door rapporten te maken met een sterke persoonlijke signatuur. Als onderdeel van CEB wordt Iconoculture nu onder de aandacht gebracht in een slordige drieduizend boardrooms wereldwijd. Die schaalvergroting heeft gevolgen voor de cultuur van het bureau, en Meehan heeft blijkbaar de voorkeur voor een wat persoonlijker aanpak. Met Panoramix gaat ze weer terug naar de trendwatching op boutique-niveau.

Trend Forecasts met een sterke signatuur zijn ook typerend voor Li Edelkoort en haar Trend Union in Parijs. Toch is het digitale tijdperk niet aan La Lidewij voorbij gegaan. Trend Union is sinds 2011 actief met de website Trend Tablet waarmee rapportages online toegankelijk gemaakt worden voor het midden- en kleinbedrijf. Startups en studenten! De dienst lijkt toegespitst op tablet-computers, dus Edelkoort passeert zo de grote trenddistilleerders die hun diensten aanbieden op desktops. Weet dat veel van deze online services afhankelijk zijn van flash, een technologie die op het merendeel der tablets niet werkt. Edelkoort brengt haar expertise naar e-readers. LiPads!

Niche Intelligence

En dan zijn er nog de nieuwe niche-services in online style intelligence. Een prachtig voorbeeld van een mix van data-analyse en persoonlijke observaties is EDITD, in 2009 opgezet door mode-ontwerper Julia Fowler en data-analist Geoff Watts in Londen. EDITD verzamelt continu data uit webwinkels van bekende modemerken (prijzen, maten en voorraadniveau) en combineert die met gegevens uit sociale media: mentions & likes. De mix wordt gebruikt voor forecasts die toegespitst kunnen worden op formules, productgroepen, productlijnen en individuele producten. Zo ontstaat een fascinerende online tool voor iedereen die met inkoop of fashion merchandising actief is. En een inspiratiebron voor ontwerpers die historische verkoopdata meewegen in hun keuzes voor toekomstige collecties.

Zou zo’n digitaal dashboard een opleving van de discotrend opgepikt hebben in de jaren zeventig? Niet op het moment dat de New York Times verslag deed van deze opkomende trend. Het was immers niet meer dan een gefantaseerde rage. Maar wel na het uitkomen van de film Saturday Night Fever, die vast een exploderende vraag naar driedelige witte polyester pakken met zwarte overhemden veroorzaakt heeft. Door communities van coolhunters en diensten van online trend forecasters wordt de wereld weer een stukje kleiner. En komt de toekomst binnen bereik.

[kaders]

Creatieve Industrie

Met WGSN mikte hij op de modeindustrie, Stylus was aanvankelijk gericht op meubelmakers en interieurleveranciers. Maar inmiddels heeft Marc Worth zijn visie aangepast, zo vertelde hij aan het webzine Swide. ‘Creativiteit en design, dat is eigenlijk een industrie op zich. Allemaal intrinsiek verbonden. Een beetje slimme designer blijft niet hangen in zijn eigen vertical. Die kijkt buiten de kaders. Vandaar dat we Stylus hebben opgezet met meer breedte en diepte dan voor één enkele sector vereist is. Zo wordt de online informatievoorziening een platform voor inspiratie.

‘Ik verwacht dat we de komende maanden actief worden in China, Latijns-Amerika en mogelijk Japan.’ Stylus gaat bovendien dieper Europa in. Er worden nieuwe editors ingehuurd om de verslaggeving te verbreden en extra sales teams opgezet om nieuwe markten te bedienen. Expansie is de trend bij Stylus.

10 miljoen SKU’s per dag

De benchmark-engine van EDITD vergelijkt dagelijks de prijzen en voorraadniveaus van meer dan tien miljoen stock-keeping units in de modesector en legt desgewenst relaties met een miljoen berichten die elke dag in social media verschijnen. Die datastroom wordt door individuele ondernemingen gebruikt om analyses te maken van hun assortiment, productgroepen en individuele items in vergelijking met belangrijke concurrenten. EDITD heeft klanten in heel Europa, vertelt oprichter Julia Fowler, dus toepassing door Nederlandse detaillisten of leveranciers is geen probleem. In theorie kan hetzelfde systeem ook gebruikt worden in bijvoorbeeld consumentenelektronica, maar EDITD blijft vooralsnog gefocused op fashion. ‘Ondernemingen die zulke metrics niet meenemen in hun bedrijfsvoering, worden op achterstand gezet. Binnen drie jaar zijn we de standaard’, voorspelt Fowler.

Trendcuratie

Afnemers van trend-nieuws en -analyses dreigen nu overspoeld te worden met informatie, signaleert Reinier Evers van Trendwatching.com. Hij verwacht dat curatie belangrijker wordt en dat er meer context geboden wordt om afnemers te helpen bij het toepasbaar maken van data. Trendwatching.com voorziet daarin door middel van een Premium Service die toegang biedt tot een database met 200 internationale trends en 7.000 gerelateerde innovaties. ‘Bedrijven vinden daar uitgebreide inspiratie, tips en technieken om de insights om te zetten in daadwerkelijke innovaties, tools om customized content intern onder groepen collega’s te verspreiden en ze kunnen gericht zoeken op een trend en industry innovaties(of een combinatie daarvan.’

Er wordt bovendien een Apply Center aangeboden dat afnemers een methode biedt om informatie te verbinden met innovaties. De dienstverlening wordt verzorgd door lokale teams, vertelt Evers. ‘We hebben nu vestigingen in Londen, Singapore en Sao Paulo. New York en Johannesburg staan op het verlanglijstje, en we kijken zelfs naar Istanbul.’

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.