Een pronkstuk van het arboretum Poort Bulten bij Oldenzaal is de Siberische Iep. Het park is aangelegd in opdracht van het echtpaar Clara en Christiaan Gelderman. Hij was een zoon van textielfabrikant Herman Gelderman die de gronden eind 19e eeuw gekocht had. De oude stoomspinnerij van de familie in Oldenzaal doet nu dienst als bedrijfsverzamelgebouw.
Clara Gelderman-Muller huurde in 1912 tuinarchitect Leonard Springer in om een naaldbomentuin aan te leggen, een zogenaamd pinetum. De tuinarchitect besloot al snel ook loofbomen te planten, allemaal van ongeveer dezelfde bandbreedtegraad zodat ze winterhard zouden zijn. Springer liet van elke boom drie exemplaren planten, in de hoop dat tenminste eentje zou aanslaan.
De vette klei van Poort Bulten was zo dik en vochtig dat pachters de grond meter voor meter moesten omspitten. Om de vruchtbaarheid te verbeteren, verzamelden de arbeiders van de fabriek hun uitwerpselen in tonnen. Zo is de Siberische Iep groot gegroeid op Oldenzaalse stront.
Poepiep
Al die tijd was echter niet bekend dat het om een Siberische Iep ging. De boom was door Springer achterin het park geplant, tussen een stel andere iepen. Na de Tweede Wereldoorlog heeft een volgende tuinarchitect een inventaris gemaakt en deze boom beschreven als een wateriep. Toen is bovendien de ingang van het park verplaatst, waardoor deze boom ineens vooraan kwam te staan.
Later onderzoek toonde aan dat het een boom betrof die van oorsprong in de Gobi-woestijn groeit, de ulmus pumila (pdf). Deze pummel-olm is dus eigenlijk een Mongoolse Iep en geen Siberiër. Hij groeide voorspoedig, een unieke boom, dus zijn zaad is verzameld voor veredeling. Nazaten van de Oldenzaalse poep-iep worden nu door heel Europa verkocht, en zo belandden er 1700 exemplaren in het Zalkerbos bij Kampen. Per vergissing, want dat hadden gewone gladde iepen moeten zijn.
Dit ooibos in een IJsselbocht levert omwonenden al eeuwen hakhout en geldt daarom als één van de oudste bossen in Overijssel. Sommigen noemen het zelfs enthousiast een oerbos. Daar wordt als sinds oertijd gehakt dat het een lieve lust is. In een oerbos horen oerplanten, dus de blunderbomen moeten verwijderd worden. Gerooid. Uitgespit met wortel en al.
Nou is het Zalkerbos sowieso een hoofdpijndossier voor Kampen, want de wandelpaden zijn aangelegd met zwart zand in plaats van rivierzand en er is versnipperd hout achtergelaten op de bosgrond, zo stellen Zalker-boswatchers vast. Die eisen nu verwijdering van de Siberische Iepen. Een suggestie: maak er bonsais van. Daar zijn deze gobi-bomen zeer geschikt voor.
Oldenzaal doet ondertussen of zijn neus bloedt. Het dorp kent een Gelderman-stichting, oorspronkelijk opgezet in 1920 als een Stichting voor Ontwikkeling en Ontspanning door de firmanten Gelderman. Ze doneerden honderdduizend gulden voor een zwembad en hetzelfde bedrag voor de organisatie van sport en spel. De familie Gelderman nam daarmee ook stelling tegen de verzuiling in het overwegend katholiek dorp. Op het gemeentehuis werkten overwegend katholieken, dus nam het bedrijf op zijn hoofdkantoor bij voorkeur protestanten aan. De sport- en nutsvoorzieningen die Gelderman subsidieerde waren echter voor iedereen toegankelijk. Het zwembad aan de Steenstraat diende tevens als badhuis voor de textielarbeiders, die in hun eigen woning weinig wasgelegenheid hadden.
Brandhout
In 1947 werden de villa Kalheupink, het park en bijbehorende bebouwingen door de familie gedoneerd aan de stichting. De villa is in 1957 afgebroken vanwege de bouwvallige staat. Ook van Poort Bulten was na de oorlog niet veel over. Veel bomen waren omgezaagd door omwonenden op zoek naar brandhout. Maar de Siberische Iep met zijn kenmerkende schors stond nog fier overeind. Christiaan Gelderman vestigde zich in het jachthuis en liet het park herstellen met hulp van naaldbomenkweker Piet den Ouden en tuinarchitect Hendriks uit Amsterdam. Het arboretum en omliggende landerijen zijn een prachtig wandelgebied.
In 1973 kwam Poort Bulten in beheer bij de Regio Twente. Die gaf het in 2016 door aan Natuurmonumenten. Daar belandden nu de inkomsten uit de verkoop van het iepenzaad.
Op de zolder van het oude jachthuis trof men een poezie-album aan met dit versje.
Er woont een Iberische Siep
in de Siberische Iep.
Pieperdepiep!
Heel in het geniep,
nestelt hij diep.
Verlegen tiep.