UA-118352680-1

D2C

NEV’s zijn Einzelgänger

Er verschijnen nieuwe automerken op de weg. Zeker in de categorie van de new energy vehicle oftewel de NEV. Soms gebruiken ze oude labels, opgekocht van sanerende conglomeraten. Of het zijn spin-out brands van bestaande fabrikanten. Maar er zijn ook bonafide nieuwkomers bij die de electric lifestyle propageren. Hoe breken deze new car brands de markt open?

Waarom zou een bestaande autoproducent een nieuw label uitbouwen zonder endorsement van de gevestigde namen? Het kan zijn dat de autofabrikant een nieuw imago wil opbouwen, los van reeds bestaande associaties. Maar de voornaamste reden blijkt dat er een alternatieve distributie-strategie gevolgd wordt, onafhankelijk van het bestaande dealernetwerk. De new car brands gaan en masse D2C!

Einzelgänger Marketing

Smart Car Tower toy-sizeEen voorloper met einzelgänger marketing was Smart, destijds een joint-venture van Mercedes en Swatch. Deze pientere city-coupé is in 1993 gelanceerd met een totaal afwijkende marketing- en distributie-strategie. De auto werd niet verkocht door gevestigde Mercedes dealers, maar in aparte Smart Centers met de kenmerkende Smart vitrine-toren. Smart was er in 2009 ook vroeg bij met zijn eerste Electric Drive. De aparte verkooppunten zijn echter opgegaan in het Mercedes dealernetwerk. Of dat zo blijft is de vraag, want sinds de Zhejiang Geely Group is ingestapt als partner en de nieuwe auto’s in China gemaakt worden, verandert de marktbenadering van Smart opnieuw.

Ook BMW koos voor een zelfstandige operation met onder andere eigen showrooms, toen de onderneming een jaar of tien geleden zijn vernieuwde MINI lanceerde. Allemaal in een Britse stijl die centraal opgelegd werd. Bestaande BMW-dealers konden een franchise nemen, maar de formule werd vanuit het hoofdkantoor geleid. Er zijn destijds zelfs MINI brandstores in stadscentra geopend. Inmiddels is ook deze aanpak al weer verwaterd, en zien we MINI showrooms bij gevestigde BMW dealers.

New Energy Vehicles

Tesla's in NederlandDe bestaande markt van auto’s krijgt een fikse opkikker sinds er nieuwkomers zijn die met hun electronic vehicles (EV) oftewel new energy vehicles (NEV) een plekje willen veroveren. Die zitten immers niet met lang gevestigde distributors en oude dealercontracten. Tesla koos ervoor om geen standaard dealernetwerk op te zetten, maar stores in stadscentra. Dat vloeit voort uit het masterplan van Elon Musk, die reeds in 2006 duidelijk maakt dat hij de markt open wilde breken met een exclusieve roadster. Om vervolgens vanuit het dure segment naar beneden te zakken met beter betaalbare modellen.

Bij die positionering past exclusieve distributie. Maar als er meer auto’s verkocht worden aan een breder publiek, moet het distributiemodel mee ontwikkelen. Daarom beschikt Tesla vijftien jaar na dato nu over galleries en servicecentra bij de grote steden: tien in Nederland. In de stores werken geen verkopers die commissie krijgen, maar productspecialisten die getraind zijn om kennis te delen over elektrisch rijden. Ook als het een ander merk is.

NEV's in 2021Uiteraard spelen de website en social media een belangrijke rol in deze D2C-marketing. Alles is gericht op zelfbediening en aanbeveling. Tesla faciliteert dat zoveel mogelijk. Agressieve verkoop is ondenkbaar. Daar wordt uiteraard naar gekeken door de marketeers van andere autobedrijven, maar Tesla blijft een superpremium merk. Andere merken zullen hun eigen aanpak moeten kiezen. Maar het is wel interessant in hoeverre ze D2C toepassen. Zakenkrant heeft een overzicht gemaakt.

Overview

Aiways: Een Chinees merk dat ook in Europa actief is, met München als thuisbasis. Aiways werkt nauw samen met de Duitse ingenieur Roland Gumpert, die zijn sporen heeft verdiend bij Audi en VW. Het design van de U5 modellen is een Chinees-Duitse samenwerking. Deze auto’s worden in Nederland door middel van een website verkocht. Belangstellende kopers kunnen een proefrit afspreken bij een tiental bandenzaken van Profile.

Arcfox: een merk van BAIC (Beijing Automotive Industry Corporation) dat vorig jaar met zijn eerste productiemodel kwam, de Alpha-T. Alleen te koop in China.

Bollinger PickupBollinger: een Amerikaanse all-electric utility vehicle dat op een Landrover lijkt. Nogal een hoekige doos van een auto, meer iets voor milieubewuste Hillbillies en vegetarische Rednecks. Maar ook goed als basis van een kleine foodtruck. Kijk ook naar het dashboard: ultimate retro! Amerikaanse liefhebbers kunnen voor duizend dollar via de website een optie op de auto nemen.

BYD Tang: de Chinese busfabriek BYD (Build Your Dreams) heeft ook een personenauto ontwikkeld die via Noorwegen (in samenwerking met distributor RSA) nu in Europa gelanceerd wordt. Deze BYD Tang wordt via het RAS-dealernetwerk op 43 verkooppunten in Noorwegen verkocht. Medio 2021 verkocht BYD zijn miljoenste elektrische verhikel. BYD Europe zit in Schiedam.

Canoo BestelwagenCanoo: een Amerikaanse startup die waarschijnlijk de sprong naar Europa waagt via VDL Nedcar. Canoo claimt de electric lifestyle te vertegenwoordigen met MPV’s en bestelwagen. Het zijn ietwat box-vormige auto’s, de fantasie van elke Lego-fan. Die hoekige ontwerpen zien we vaker in de VS. Is de 21st century car een doos die zichzelf door onze steden navigeert?

Carver CargoCarver: een elektrische brommobiel met een bereik van honderd kilometer en een maximum snelheid van 45 km per uur. Te koop op de website van de Nederlandse producent en bij een slordige dertig verkooppunten. Er is ook een vrachtversie.

Cupra: was een label van SEAT (onderdeel van de Volkswagen groep) maar het merk mag nu op eigen kracht elektrische auto’s verkopen. Wordt verkocht vanuit speciale Cupra Garages, zo te zien opgezet door de Pon Groep.

Denza: een joint-venture van de Daimler Group en het eerdergenoemde BYD. Met deze auto wordt gemikt op de mid-market. Buiten China is het merk niet te koop. Daimler overweegt een eind te maken aan de verliesgevende samenwerking.

Dyson: de stofzuigerproducent was ver in de ontwikkeling van een EV maar besloot eind 2019 geen fondsen meet te stoppen in een eigen auto

Eagle EG6330KEagle: Chinese fabrikant van low-speed electric vehicles, zoals de EG6330K die gemodelleerd is naar de bekende BMW Isetta. Ze hebben behalve een grote range functionele modellen meer bijzondere uitvoeringen. De EG6060K lijkt bijvoorbeeld op een oude Royce!

Eltavr: een producent van elektrische busjes in de Krim. De eerste modellen ogen als verlengde golfkarretjes en lijken bedoeld als hotel-taxi of toerbusje. Er zijn ook bestelversies beschikbaar. Die kunnen door een carosseriebouwer aangepast worden tot bezorgvoertuig, foodtruck of zelfs camper. Erg veilig voor bestuurder en inzittenden zijn deze busjes niet, maar in een stads- of dorpscentrum met beperkte snelheid is het open karakter wellicht geen groot probleem.

Estrima Birò: de Biro is een elektrisch stadsvehikel dat twee personen van A naar B brengt. Deze Italiaanse duomobielen worden verkocht door dealers en twee dedicated Biro-stores in Amsterdam.

Haval: een merk van Great Wall Motors. Deze SUV wordt buiten China verkocht door dealers in Australië en Zuid-Afrika.

Hongqi E-HS9Hongqi: deze autoproducent concurreert met modellen die Jaguar en Mercedes naar de kroon steken. Het bedrijf bestaat als sinds de jaren vijftig, en maakte auto’s voor de elite van China. In de nieuwe modellen is een knipoog naar het verleden zichtbaar in de grote gril aan de voorzijde. De zogenaamde waterfall. Hongqi zet voor zijn nieuwe modellen oud-ontwerpers van Rolls Royce in. Het bedrijf wil ook in Nederland verkopen.

Kalshnikov: de Russische wapenfabrikant snuffelt ook aan de car market. In 2018 toonde deze producent een concept-car die geïnspireerd is op de Moskvitsj 412. Ze maken daar ook tanks en legervoertuigen, dus een personenauto is een uitstapje vanuit beproefde technologie-ontwikkeling. Wel lef.

Kamaz: de Russische truck- en busproducent Kamaz toonde eind 2020 een drie-deurs vierzitter. Deze Kama-1 is een pre-production uitvoering. Wordt nog niet gemaakt en verkocht dus.

Lordstown: een nieuw Amerikaans merk voor elektrische pickup trucks. In september 2021 moet de Lordstown Endurance in productie gaan vanuit een fabriek die is overgenomen van General Motors. Plan is om de auto D2C te verkopen.

Lotus EvijaLotus: Het klassieke Britse merk Lotus is nu bezit van Geely in China. Het merk wordt opnieuw gelanceerd vanuit Engeland, met onder andere een elektrische hypercar, de Evija. Voor het verkoopmodel kijkt Lotus naar Tesla die ook begonnen is met innercity stores waar met de paradepaardjes gepronkt werd. Lotus hoopt binnen enkele jaren meer elektrische voertuigen op de markt te brengen.

Lynk&Co: een label van het Chinese bedrijf Geely dat ook eigenaar is van Volvo en Polestar. Het Model 1 van deze leverancier wordt in Europa op de markt gebracht als abonnee-auto vanaf € 500- per maand (operational lease) met een app die de gebruiker in staat stelt zijn auto onder te verhuren als deelauto. Lynk&Co heeft clubhouses in Göteborg, Berlijn, München, Hamburg, Antwerpen en Amsterdam.

MG: het merk MG is sinds 2011 eigendom van Shanghai Automotive Industry Corporation. MG werd al sinds 2004 niet meer verkocht in Nederland, dus onder de Chinese eigenaar is een nieuwe verkoopstrategie opgezet voor heel Europa. MG heeft nu vier brand stores in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Breda.

Neuron: een startup in Californië die eerst een pickup en recent een personenauto aan de pers presenteerde. Het zijn concept cars en de website van het bedrijf is onbereikbaar.

NIO: dit automerk is afkomstig uit Shanghai. Er zijn thans vier modellen op de markt in China. Wat NIO bijzonder maakt is dat het een lifestyle label wil zijn met een duidelijke design-signatuur. NIO Design is gevestigd in München. De onderneming verkoopt producten die gemaakt zijn door internationaal bekende ontwerpers en ontwikkeld zijn samen met bekende producenten of handelsbedrijven. Zo zien we het label NIO Life op levensmiddelen, energydrinks, een assortiment wijnen, een stepje, tassen en kleding. NIO heeft sinds kort ook een vestiging in Noorwegen, waar afgelopen voorhaar het eerste NIO House in Oslo is geopend.

Ora Punk CatOra: een merk van Great Wall Motors. De Ora Hao Mao lijkt gemaakt met een knipoog naar de klassieke Fiat 500, met zijn delicate rondingen. Deze Good Cat wordt buiten China ook verkocht in Thailand. Het lijkt een ideale city car. De makers hebben ook als een Punk Cat getoond, die sprekend op de Volkswagen kever lijkt.

Polestar: een merk van Volvo (in 2010 door Ford verkocht aan Zhejiang Geely Holding Group uit China). De auto’s worden verkocht vanuit speciale showrooms, de Polestar Spaces. Het merk maakt er geen geheim van: deze spaces dienen om de klassieke dealer aan de kant te schuiven. In de campagne krijgt ook de ouderwetse verkoper een trap na. Polestar werkt met experts in plaats van verkopers

Seres: de fabrieken staan in China maar het hoofdkantoor heeft een adres in Silicon Valley. Seres verkoopt drie modellen in Nederland, vanuit vijf verkooppunten.

WEYWey: dit merk is eigendom van Great Wall Motors. dat ook met de labels Haval, Ora en Great Wall actief is. Wey is het label voor de luxe-SUVs van de groep, genaamd naar de eigenaar Jack Wey. Die durft wel een experiment aan. Er worden ook jeepachtigen gemaakt door deze fabrikant, met name de Wey Tank waar de Wey Cybertank dan weer van afgeleid is. Ook opvallend is de Wey Fuguchaojia, zo te zien het onechte kind van Volkswagen en Al Capone. De ultieme get-away car. Get me one!

Workhorse: een nieuwe Amerikaanse producent van elektrische bestelwagens. De auto zelf is nog in ontwikkeling, maar op de website is al wel merchandise te koop.

XPeng: XiaoPeng is een Chinese fabrikant die drie modellen verkoopt: de G3, de P5 en de P7. Daarbij worden showrooms ingezet in de grotere stadscentra en diverse servicecenters verspreid in China. XPeng is sinds kort ook actief in Noorwegen waar het merk een vergelijkbaar distributiemodel voor ogen heeft.

ZettaZetta: een Russische ontwikkelaar met een lab in de stad Togliatti die alle aandrijving in de wielen stopt. Het eerste model dat in Moskou getoond werd was een Smart look-alike, maar andere zogenaamde Panda’s zien er op vage foto’s van de fabrikant uit als tamelijk doosvormige autootjes. Idee is uiteraard dat zo veel ruimte op een kleine wielbasis ontstaat.

[nog in bewerking > een diepgravende analyse van NEV’s en de rol van D2C in de introductie-fase vergt meer tijd, dit is een quickscan] [naschrift] Drie weken na publicatie van dit verhaal komt het AD 0p 28 september met een artikel: De Chinezen komen eraan, allemaal puur elektrisch. Op 18 oktober volgt Eén Vandaag met een item over de nieuwe auto’s uit China. Het zat in de lucht zeggen we dan.

 

Vlaai Away

Waar kun je bezorgvlaai bestellen?

CocktailgebakBroekmans: Een Limburgse bakker die vanuit Venlo in heel Nederland bezorgt. Limburgse vlaaien in vier klassieke smaken voor € 13-. Kijk ook eens naar het Christoffeltaartje en de cocktailgebakjes.

 

stroopwafelbavaroisBakker Bart: Deze landelijke franchiseketen heeft een taartenbezorgdienst waar zowel hele taarten (vanaf € 22,50) als punten besteld kunnen worden. Bezorging kost wat maar is gratis wanneer je meer dan € 25- bestelt. Aanraders zijn stroopwafel-bavarois taart en de rainbow cake, vanwege hun good looks. Bakker Bart bezorgt ook traktatie-boxen en verras-ontbijtjes. Bij grotere orders is het wel verstandig een dag eerder te bestellen.

 

Opa's Vlaai met kersen

Supervlaai: Bij deze samenwerkende taartwinkeliers bestel je een klassieke kruimelvlaai (€ 10,95) of een bijzondere Opa’s Kersenvlaai (€ 16,75). Tikje goedkoper dan Bakker Bart. Wel even checken waar ze zoal bezorgen.

 

Smiley CakeGefelicitaart: De vlaaiprijs varieert tussen € 11,95 en € 17,95. Ze hebben hier ook kindergebak, layer cakes en vegan assortiment. Of een smiley cake! Bezorging vanuit de centrale bakkerij in Amsterdam met eigen busjes.

 

StroopwafelvlaaiMultivlaai: Bekend afhaaladres, maar ook thuisbezorgd. Klassiekers als kersenvlaai en abrikozenvlaai zijn te koop voor € 9,29 en dan gaat de prijs snel omhoog. Veel keuze. Ook minivlaaitjes, macarons en Amerikaanse taarten.

 

Taartbrigade: De zoete jongens van Bakkersbrigade in Amsterdam, een bakkerij die mikt op winkelketens, horeca, zorg en cateraars. Kersen-, abrikozen- en appelkruimelvlaai vanaf € 11,50 (ex BTW). Bezorgt met eigen koelwagens. Ook petit-fours en mini-muffins.

Nivito spamkranen

Lezers kunnen reageren op berichten in deze Zakenkrant. Deze mogelijkheid wordt misbruikt door agressieve verkopers die reacties plaatsen met backlinks naar hun site. Meestal zijn dat dubieuze aanbieders van vage producten, maar de laatste tijd worden we bestookt met linkspam voor de kranen van Nivito.

Wat zijn dat voor idioten? Ik dacht eerst dat het dropshippers waren die hun kranen bij Alibaba inkopen, maar Nivito blijkt een Zweeds merk te zijn. Ze doen aan groothandel en verkopen dus aan bouwmarkten en badkamerspeciaalzaken, maar ze doen ook aan directe verkoop. Hun D2C-tactiek mikt op architecten, klussenbedrijven en doe-het-zelvers. En om die D2C-verkoop te bevorderen, willen ze in de zoekmachines herkend worden als leverancier van ‘gouden kranen’.

Afgaand op het IP-adres is de spam afkomstig uit Israel. Met het mail-adres wordt echter de indruk gewekt dat de reactie afkomstig is uit Duitsland, van T-Online nog wel. Ik blijf het snoeshanerij vinden, die linkbuilding business van deze goudzoekers. Later duikt een IP-adres in Nederland op (185.30.232.66) dat in gebruik blijkt bij het bedrijf RapidSeedbox, een online dienstverlener uit Israel die onzichtbaarheid verkoopt. RapidSeebox werkt samen met Leaseweb Netherland. Volgens Scamalytics is twee-derde van alle mailverkeer via deze ISP verdacht. Nivito heeft blijkbaar een commentspammer ingehuurd die de diensten van RapidSeedbox gebruikt.

Speedo

Speedo is mede dankzij diverse celebrities een bekend merk zwemkleding. Het bedrijf heeft zijn roots op Bondi Beach bij Sydney, Australië waar een Alexander MacRay de ingeving kreeg dat zwemkleding weleens een best-seller kon worden. MacRay was een Schot die in 1910 geëmigreerd was en in Sydney een ondergoedfabriek had opgezet. Daar werden eind jaren twintig de eerste zwempakken en -broeken gemaakt. In 1928 kwam de naam Speedo naar boven bij een prijsvraag om snelle badpakken onder de aandacht te brengen.

Bondi BeachHet ikonische strakke zwembroekje is eind jaren vijftig bedacht, toen een fanatieke surfer in dienst van het bedrijf een strakke zwemslip liet maken die zijn bewegingsvrijheid maximaal bevorderde: de brief. De eerste dragers van dit zwembroekje werden in 1961 op Bondi Beach zelfs gearresteerd voor onzedelijk gedrag. Maar de rechter sprak ze vrij. In de jaren zestig was de nieuwe Speedo al snel een hit in Australië en later wereldwijd. In de jaren zeventig start de productie van elastane (nylon) zwemkleding. Later werden langere zwembroeken echter weer populair en zeker in de VS, UK en zelfs Australië verkozen mannen ruimvallende boardshorts omdat ze zich in de klassieke speedo ietwat geneerden.

In de plooi

Spitz in SpeedoInmiddels staat de merknaam Speedo in die landen synoniem voor nerds en Europese mannen op leeftijd. Een Engelsman blijft altijd in de plooi en zal nooit zijn mannelijkheid etaleren. Typisch Victoriaans! Het stuit bij Engelsen op onbegrip dat Franse zwembaden een Speedo (of vergelijkbaar model) verplicht stellen uit hygiëne-overwegingen. Het helpt ook niet dat celebrities zoals de Olympische zwemmer Mark Spitz en later Baywatch-acteur David Hasselhof zich lieten vereeuwigen in hun Speedo, beiden gespierde harige mannen die hun lichaam graag etaleren. In Engeland staan Speedo’s mede daarom bovenaan de top-3 lelijkste kledingstukken.

  1. Speedo
  2. leren broek
  3. Crocs

Speedo doet ondertussen zijn best om het merk opnieuw te laden met afwijkende modellen, zwembrillen en badkleding. Zelfs James Bond werd ingeschakeld om het imago een positieve draai te geven. In Casino Royal zien we Daniel Craig uit de zee rijzen in strak broekje, ook als een eerbetoon aan Ursula Andress die hetzelfde deed in Dr No. Misschien dat de recente humor van Jack Black op social media bijdraagt aan een revival. Het merk omarmt deze spot en verwijst naar de filmpjes.

De fabrikant blijft bovendien fanatiek nieuwe producten ontwikkelen, met name voor sportieve gebruikers. Zo lanceerde het bedrijf rond 2000 de eerste fastskin badpakken die de weerstand van het water verminderen.

Pentland

Het merk is sinds 1991 onderdeel van de Pentland Group van de zakenman Stephen Rubin, gevestigd in Londen. De Pentland Group is ook eigenaar van Berghaus, Kangaroos, Kickers, Lacoste en enkele andere merken. Vorig jaar zijn de Amerikaanse distributie-activiteiten van Speedo overgenomen door de Pentland Group van PVH Corp. Bij Speedo kunnen klanten inmiddels ook direct bestellen.

Kirana Commerce

Om online shoppen te bevorderen in India, waar een aanzienlijk deel van de bevolking geen goede toegang heeft tot internet of zijn bestellingen niet online kan betalen, is door Amazon een keten mini-markets opgezet. Deze winkeltjes fungeren tevens als verkooppunt en afhaalloket. Dat fenomeen noemen we Kirana Commerce.

Kirana CommerceSinds Amazon op de Chinese markt wordt overvleugeld door Alibaba, heeft het bedrijf zijn oog laten vallen op India. Daar heeft Amazon echter te maken met Walmart, dat in 2018 de lokale webwinkel Flipkart overnam. Een belangrijke troef van Flipkart zijn de 1,6 miljoen zelfstandige winkeliers die als verkoop- en afhaalpunt fungeren. Amazon kopieert die aanpak met de formule Amazon Easy. Aanvankelijk een assisted shopping service, maar inmiddels ook een eigen retail franchise formule. Om lokaties te vinden, lanceerde Amazon vorig jaar een wervingscampage met als thema I Have Space, gericht op lokale ondernemers. Er zijn nu een slordige 45.000 service points in India.

De samenwerking tussen grote webwinkels en lokale ondernemers wordt bevorderd door collaborative platforms onder het label kirana tech. Een kirana is de klassieke corner store in India, gerund door een lokale familie. Daar zijn er zo’n twintig miljoen van in India. Kirana Commerce is the key to India! Veel grote webwinkels bieden nu apps aan waarmee deze kleine winkeliers onderdeel kunnen worden van een groter verkoop- en distributienetwerk. Amazon nam daarom onlangs het bedrijf Perpule over, dat UltraPOS ontwikkelt voor deze kleine retailers.

Amazon leerde zelf ook van zijn winkeltjes. Zo werd al snel duidelijk dat mensen in India de icon van het boodschappenmandje niet snapten. Dat is daarom vervangen door een boodschappentas. Het vergrootglas van de zoekfunctie werd aangezien voor een tafeltennisbat, dus Amazon voegde een pop-up toe met uitleg in Hindi. Klassieke #UX!

Coke2home

Coke2homeDe distributeur van Coca-Cola in India experimenteert met verschillende winkelketens en webshops op het Coke2Home platform met een bestel- en bezorgdienst. De site geeft informatie over producten van het bedrijf, behalve Coke ook Fanta, Sprite, Schweppes, MinuteMaid, Powerade en nog wat andere frisdranken. Er staan links naar partners en er is ruimte voor Coke Studio, een online muziekpromotie van de merkhandelaar.

Het is eigenlijk niet zo moeilijk om zo’n site op te zetten. Coca-Cola Nederland kan een stagiair aan het werk zetten die even alle links tussen alle merkproducten en alle digitale schappen op een site zet. Paar promoties erbij en klaar is case.

Op Klompen

Klompen worden geassocieerd met boeren, maar ook vissers, bouwvakkers en metaalbewerkers dragen vanouds vaak houten schoeisel. Aan het begin van de twintigste eeuw versleet de gemiddelde Nederlander anderhalf stel per jaar. Na de Tweede Wereldoorlog maakten 1600 ambachtelijke klompenmakers nog jaarlijks zes miljoen paar. In 1970 was dat volume gehalveerd en het aantal makers met meer dan 90% gedaald. Nu zijn er nog een paar ambachtelijke makers en een enkele fabriek over.

Een bekende ambachtelijke producent is de firma Koop in De Lutte (Twente). Die maakt 8000 paar per jaar en verkoopt vooral aan toeristen. In Noord-Brabant vinden we Holl Klompen en even verderop de klompenfabrieken van Kaathoven, van Traa en van Den Dekker. In Zeeland zit Zaas, in Friesland vinden we Scherjon’s. Ook Dijkman Klompen Atelier in (Overijssel) mag genoemd worden, alleen al vanwege zijn klompen op hakken.

Daarnaast zijn de gebroeders Nijhof met hun werkplaats in het dorp Enter een bekende ambachtelijke producent. Zij verkopen jaarlijks een slordige 5000 paar, de helft via winkels en de andere helft direct. Hier zijn nog steeds klompen van wilgenhout te vinden en zelfs snoetklompen. Bij Nijhof staan machines die lang geleden door Philips gemaakt zijn!

klompen Viktor & RolfDe Nederlandse mode-ontwerpers Viktor & Rolf lieten voor hun collectie 2007-2008 klompen met hoge hakken beschilderen. De klompen die gedragen zijn door modellen op de catwalk zijn inmiddels terecht gekomen in verschillende musea. Ook andere ontwerpers en kunstenaars hebben unieke variaties met de klomp gemaakt.

Besteladressen

Wat kost een paar ambachtelijke klompen? Online besteld bij de makers en met bezorgkosten is een paar klompen al te vinden voor  €20-/€30-. Kinderklompen zijn iets goedkoper. Wie een boel klompen bestelt als relatiegeschenk krijgt uiteraard korting.

Er zijn er ook nog klompenmakerijen met een liefdadig doel. De stoomhoutzagerij in Wilp wordt met subsidie en lokale vrijwilligers overeind gehouden, inclusief een klompenmakerij waar mensen werken met afstand tot de arbeidsmarkt.

Made in China?

Aan de andere kant van het spectrum zien we Nijhuis in Beltrum, een fabriek die jaarlijks circa 150.000 paar draagklompen produceert met zelf ontwikkelde machines. Nijhuis is goed voor zo’n 90% van de wereldwijde productie. Deze producent gebruikt hout van populieren. Na het uitzagen gaan de klompen een week de drogerij in, om het vochtgehalte in het hout te verlagen. Vervolgens worden ze fijngeschuurd en gedecoreerd, want veel van deze klompen zijn voor decoratief gebruik. In 1998 verkocht Nijhuis nog 660.000 paar draagklompen. Daarna kreeg ook de marktleider met een daling te maken. Tegenwoordig maken loopklompen ongeveer een kwart van de klompenafzet uit.

houten vliegtuigVeel klassieke klompenmakers gebruiken hun houtvaardigheid om ook andere producten te maken. Houten tulpen doen het ook goed bij toeristen. Traa verkoopt klompenmakersbier. Nijhuis maakt zelfs houten speelgoed. Het bedrijf heeft een tweede productievestiging in China (of het werk wordt daar uitbesteed). Het is volgens eigenaar Nijhuis goedkoper om houtproducten voor afwerking heen-en-weer naar China te verschepen, dan ze hier in Nederland door scholieren te laten decoreren. Het opgeteld volume (inclusief souvenirs) is een slordige 2,5 miljoen stuks.

Wie perse wil koopt klompen bij Hornbach voor minder dan een tientje. Dan draai je de resterende industrie wel de nek om.

 

 

Joe’s Geheimtipp

In de speciale kersteditie van Volkskrant Magazine pakt truienleverancier Joe Merino uit met een paginagrote advertentie. Man in trui (de doelgroep) en wat vage plaatjes over weefpatronen en sterrenhemels. Alles onder de kopregel: The Interesting Colour. In hoofdletters nog wel. Het woord interesting is op zich een interessante keuze. Deze kwalificatie betekent immers meestal het omgekeerde. Het enthousiasme druipt er bepaald niet van af. Wanneer er eigenlijk weinig positiefs te vertellen valt, is interesting altijd een veilige vluchtstrook. Parkeer ‘m daar maar even…

De uitstraling van de Joe Merino-reclame is die van een online D2C-startup, vergelijkbaar met de diverse underpants-aanbieders, gespecialiseerde shorts-shops en subscription sokverkopers die de afgelopen jaren opgedoken zijn. Dat klopt, want het bedrijf is in 2011 opgezet als web-first onderneming door twee old boys van Nyenrode en opereert vanuit Amsterdam. Marc Sijstra heeft een marketing-achtergrond (Effectory) en Ron Beckers (Bellissima) liet al voetsporen na in de textiel. Alle tussenhandel is gepasseerd, dus de inkoop kan gedoseerd worden om te voorkomen dat grote voorraden in het aanvoerkanaal tot uitverkoop dwingen. Het kostenvoordeel dat zo ontstaat wordt benut om betere kwaliteit te bieden. Bijkomend voordeel: basics als truien zijn minder modegevoelig, dus het risico op onverwachte overschotten is beperkt.

Vorig jaar verkocht Joe Merino een slordige zestigduizend truien in één jaar: drie-vijfde via de webshop en twee-vijfde via eigen winkels in Amsterdam, Antwerpen en Düsseldorf. Een puur D2C model dus. Het merk werft via social media, maar een advertentie in de zaterdagbijlage van een grote krant scoort altijd extreem goed. De doelgroep wil met een no-nonsense aanbod benaderd worden. Opdringerige verkooppraatjes en andere poeha werken averechts.

Geen poeha

Of Joe Merino daar in slaagt met The Interesting Colour valt te betwijfelen. Waarom een Engelse kop boven een Nederlandse advertentie? Dat verraadt al meteen een gebrek aan zelfvertrouwen. In de broodtekst zanikt de tekstschrijver door over de bijzonderheid van deze kleurencombinatie: fascinerend, bijna magisch… Wake-up ti-ta-tovenaar! Je mikt op volwassen klanten. Zou bijna denken dat het door een vrouw geschreven is. Leg dan liever uit dat waarom een spikkeltapijt praktischer is. En hoe jullie door de sterrenhemel geïnspireerd worden. Dan snappen we meteen waarom de melkweg in de advertentie is afgebeeld.

Joe Merino heeft tot overmaat van ergernis dat interesting nog verder uitgewerkt als sleepboot voor een hele lijn truien in sterrenhemelontwerp. Noem het voor mijn part Night Skies, die collectie. En betrek een aantal kunstenaars en ambachtslieden (terazzowerker, kok) bij je campagne en laat elk een kleurenpallet samenstellen. Maar ga niet creatief knutselen met beeld en tekst. Wie is bijvoorbeeld de je die in de tekst drie keer terugkeert? En sinds wanneer kun je een kleur aantrekken? Merino morst met onze taal.

Er is nog iets vreemds aan de hand met de tekst. Ergens halverwege is sprake van Joe’s Geheimtipp. Is dat Duits? Is dat humor? Dan is het Duitse humor. Wie zet er nou Geheimtipp in een advertentie die mikt op nuchtere Nederlandse mannen? Zou de tekst gemaakt zijn door degene die ook de Duitse teksten web-optimalisiert? God bewaar ons.

Toegift

Joe Merino staat bekend om het enorme aanbod aan kleuren. Als je dan een kleur interesting noemt moet dat wel een hele bijzondere kleur zijn. En dat klopt. Het is een fascinerende kleur met vele schakeringen, van grijs tot mauve tot blauw. Bijna magisch, want afhankelijk van wie ‘m aantrekt verandert de kleur van accent. Het is ook zo’n kleur die je zelf niet meteen zou kiezen, maar verrassend goed staat. Joe’s Geheimtipp. Niet voor niets staat interesting steevast in onze Top 5 van meest verkochte kleuren. Verkrijgbaar in maar liefst 17 modellen. Zoek er een uit voor jezelf of geef ‘m als interessant cadeau.

 

Werklaarzen

Dit had een stukje over Hevea moeten worden. Dit oude rubbermerk leeft nog voort als een dorpje aan de Rijn en als fabriek in Raalte, maar banden en laarzen van dit mark zijn alleen vintage nog te vinden. De oude fabriek in Salland is echter wel de thuisbasis geworden van de wereldmarktleider in werklaarzen: Dunlop Protective Footwear. Dat merk is ooit gekocht uit de boedel van de Schotse bandenfabrikant, maar Dunlop is toch ietwat mondainer dan Hevea of Vredestein.

De huidige marktpositie van Dunlop is het gevolg van enkele strategische keuzes in de jaren zeventig en tachtig, toen de laarzenproductie nog een activiteit was van het bandenbedrijf Vredestein. De laarzenmakers investeerden in innovatie, door een kunststof te ontwikkelen die licht draagbaar, sterk en goed bestand tegen vocht en koude. Toen ze hun grondstof hadden, kochten ze de internationale labels en marktposities in het buitenland die nodig waren om een wereldspeler te worden. Na een management-buyout met hulp van Gilde in 2004 heeft Dunlop die visie nu gerealiseerd. Voor de komende jaren staat het opbouwen van een digitale direct-sales organisatie voorop.

Van Hevea naar Vredestein

Hevea sandalenToch maar even bij Hevea beginnen. In de slechte jaren van de rubberfabriek werd de afkorting vertaald als Hevige Ellende Voor Elke Arbeider. De werknemers woonden toen in verwaarloosde huisjes met rieten dak, ergens in de bossen onderaan de heuvelruggen van Oosterbeek bij Arnhem. De fabrikant had deze cottages laten bouwen met uitzicht op de Rijn, die als aan- en afvoerkanaal van ruwe materialen en eindproducten diende. Op zich een mooie plek voor Heveadorp, maar de fabriek maakte lawaai en de werkgever was veeleisend.

De eerste Hevea-fabriek stond in Hoogezand, waar in 1908 de productie van fietsbanden begon. In 1915 verhuisde productie naar de nieuwe lokatie aan de Rijn, waar meer ruimte was voor uitbreiding. Na de oorlog nam de vraag naar rubberproducten zo snel toe dat Hevea de productie van laarzen naar een nieuwe fabriek in Raalte verplaatste. Die laarzenfabriek ging vervolgens ook schoenen en sandalen maken, maar die verbreding was geen groot succes.

Tot in de jaren zestig was Heveadorp de plek waar banden gemaakt werden. Toen volgde een overname door Vredestein, met als gevolg dat de bandenproductie naar Enschede verhuisde. Vredestein werd op zijn beurt begin jaren zeventig door het Amerikaanse bedrijf BF Goodrich overgenomen, maar enkele jaren later kwamen de aandelen in bezit van de Nederlandse staat en de Stichting tot Behoud van Vredestein. In 2009 werd het bedrijf gekocht door Apollo Tyres uit India. Sindsdien is de naam Apollo Vredestein. Inmiddels wordt de productie overgeheveld naar Hongarije en zit het hoofdkantoor in Amsterdam.

Werklaarzen

Als dochterbedrijf van Vredestein begon de rubberlaarzenfabriek van Hevea in de jaren negentig met de overname van andere laarzenmerken. Zo kocht de onderneming Planeta Plasticos in Portugal, en later een licentie om de naam Dunlop te gebruiken uit de boedel van het failliete Schotse bedrijf. Een licentie voor boots. Begin 21e eeuw had het bedrijf  fabrieken in Raalte, Cork (Ierland) en Leiria (Portugal). Er vond in 2004 met hulp van Gilde Investment een management buyout plaats, waarbij de bedrijfsleiding de laarzendivisie van Vredestein overnam.

Met de boedel kwamen een aantal oude merken mee. Zulke oude labels zijn desgewenst inzetbaar voor niches, of om speciale aanbiedingen te doen aan grote retailers. Maar het bedrijf besloot zich te richten op bedrijfsmatig aangekochte laarzen met extra functionaliteit. Begin 2007 verkocht Hevea daarom de afdelingen die consumentenlaarzen maakte aan het Noorse familiebedrijf Bertel O. Steen. Hevea richt zich sindsdien helemaal op werklaarzen, met Dunlop als A-merk. Het bedrijf presenteert zich nu als Dunlop Protective Footwear, hoewel het formeel nog steeds Hevea heet.

In 2016 is het merk ONGUARD in de Verenigde Staten overgenomen van de Bata Shoe Company, zodat nu ook Noord-Amerika een thuismarkt is. Op de dozen waar de laarzen in verpakt worden staat ‘Made in USA’. In het segment werklaarzen is Dunlop thans wereldmarktleider.

Ingrediënt Brands

Aan de basis van dit succes ligt Purofort, een kunststof die begin jaren tachtig bij Hevea is uitgevonden. Dit materiaal geeft het bedrijf een strategische voorsprong op concurrenten, want het is sterk, licht en isolerend. Later is daar nog een andere van PVC afgeleide kunststof aan toegevoegd die goed tegen chemicaliën beschermt: Acifort. Beide materialen zijn uitgebreid gepatenteerd en vormen het geheime ingrediënt van diverse Dunlop laarzen. In de VS maakt ONGUARD ook reclame met materialen waarvan de laarzen gemaakt zijn, maar voorspelbaar is dat er een wereldwijde aanpak doorgevoerd wordt waarin één label centraal staat.

Dunlop DesignDie labeling is wel ironisch. Op de buitenkant van deze kunststof werklaarzen zitten labels met een lange historie, maar de echte motor zijn de ingredient brands waarmee de producent zich onderscheidt van concurrenten. De oude labels verwijzen naar een roemrucht verleden, maar de ingredient brands hebben toekomstkracht. Daarmee kan het bedrijf verschillende industrieën een aangepaste propositie bieden die rekening houdt met werkomstandigheden. Standing Firm!

Bij die positionering past ook direct sales, eventueel via dedicated partners. Er is al een webwinkel, maar account management ligt meer voor de hand. Denk aan Tupperware met zijn party-selling, maar dan op industriële schaal.

En Hevea dan? Het lijkt erop dat deze naam aan de vestiging van het bedrijf in Raalte voorbehouden blijft. Het bedrijf heeft meer nostalgiemerken in de portfolio. De Portugese laarzenfabriek was vroeger een bekende leverancier van plastic huishoudartikelen en speelgoedauto’s onder het label Plasticos Edmar. De kans dat die oude merken ooit weer een rol te spelen krijgen, is klein.

Lifestyle?

Lord WellingtonKomen er straks beschermende jassen, helmen en overalls van Dunlop? De nadruk ligt nu nog op internationale expansie, positie innemen in diverse verticals (farming, petrol, food, construction etc) en de ontwikkeling van direct digital channels. Expansie in verwante domeinen als beschermende werkkleding, handschoenen en helmen is denkbaar als zich een goede kans voordoet. Maar dat zal niet de eerste prioriteit hebben.

Is dan een sprong naar lifestyle positionering denkbaar? Niet als dat betekent dat Dunlop posh stores in dure winkelstraten moet openen. Je wordt dan speelbal van op- en neergaande mode-waves. Het merk biedt nu wel al productlijnen aan die zijn toegespitst op boeren en jagers (country life), maar een hoge prioriteit heeft dat niet.

Wellies

Een strategie die mikt op een plek als modemerk leidt tot hoge pieken en diepe dalen, terwijl leiderschap als functionele laars een mooie geleidelijke groeikans biedt. Kijk maar naar de historie van de oorspronkelijke rubberlaarzen. Het model van deze laars is bedacht door Arthur Wellesley, de eerste Duke of Wellington die zijn schoenmaker instructie gaf om een strakke laars zonder voering te maken. Dat waren toen nog leren laarzen: wellies.

De eerste rubber uitvoering werd gemaakt door een Hiram Hutchinson die de vulcaniseer-techniek kocht van Goodyear en in 1853 het bedrijf A l’Aigle begon in Frankrijk, nu Aigle genaamd. In Engeland werd Hunter een grote naam; in Scandinavië was Nokia enkele decennia een bekend merk in werklaarzen. Aigle en Hunter zetten sterk in op het lifestyle traject, met complete kledinglijnen en accessoires. Hunter scoort enorm als festivallaars! Dan is de keuze van Dunlop voor een workstyle strategie toch te verkiezen.

Stones Stores

Rolling Stones Number Nine: zo heet de nieuwe Stones Store aan Carnaby Street in West End, London.

RS No 9“Why open a shop during a pandemic?” Mick Jagger herhaalt de vraag van een reporter. “I guess it is eternal optimism.” De winkel hangt vol kleding met het kenmerkende beeldmerk van The Stones, de knalrooie mond. Maar ook logo’s van albums en tours uit het verleden, de zogenaamde Carnaby Classic lijn. Er zijn sleutelhangers te koop en zelfs kristallen glazen. Een mooie selectie van alle merchandise die een band als de Rolling Stones kan laten maken.

De winkel heeft ook een website, waar te zien is welke mode en accessoires er te koop zijn in de store. Geen webshop. Daarvoor moeten fans naar The Rolling Stones Shop online, gerund door platenmaatschappij Universal Music Direct Limited. De webshop verwijst in de header wel door naar de winkel aan Carnaby Street.

Uit eerdere promo’s kan afgeleid worden dat de Stones store gerund wordt in samenwerking met Bravado, de merchandise-divisie van Universal Music. Bravado geldt als een innovator, omdat er licenties gedeeld worden met zeer uiteenlopende bedrijven. Zo koppelt de firma artiesten aan bijvoorbeeld H&M en werden er Ladurée macarons verkocht tijdens de laatste Rolling Stones tour in 2019.

Tijdens die tour opende The Stones ook een pop-up afdeling in het warenhuis Bergdorf-Goodman in Manhattan, New York. Curator van deze winkel was Sarah Andelman, mede-oprichter van Colette in Parijs. Andelman wil graag onzichtbaar blijven als aanstichter van gelegenheidsprojecten.