UA-118352680-1

Zamelwoede

Spuistraat (Den Haag)

Stadsgezicht van een onbekende impressionist. Winkelstraat met een koetsje, dame in modieuze jas. Een terugblik naar de belle epoque. Is deze veiling-aankoop kunst of kitsch?

Spuistraat Den HaagHet leek me een vaardig geschilderd tafereel, het stadszicht dat ik aantrof op een online veiling – hier rechts afgebeeld. Let op de weerspiegeling in de plassen op de straat. De lichaamstaal van de passanten. Een beetje blauw in de lucht. Het paard deed me denken aan de knollen van Cor Noltee.

Het aantal liefhebbers op de veiling was beperkt, dus mijn zuinige bod bleek voldoende om de buit binnen te halen. Een signatuur kon ik niet vinden, toen het een paar dagen later op mijn werktafel lag. Is hier sprake van een originele kunstenaar, of heb ik een zoveelste kopie gekocht?

Cor NolteeToevallig stuitte ik onlangs op de site van Flava Art Gallery inderdaad op een gelijkende werk van Noltee (1903-1967) – zijn naam was al genoemd. Hij wordt wel de Dordtse Breitner genoemd. We zien de koets, het paard, een dame in modieuze mantel. In dit tafereel ligt er sneeuw in de straten, maar de huizen en de lucht zijn goed vergelijkbaar.

Noltee SpuistraatNoltee heeft er meer gemaakt. Op zoek naar andere stadstaferelen van deze schilder kwam ik een werk tegen waarop de Spuistraat in Den Haag te zien zou zijn. Wederom een koetsier (nu op de rug gezien), een dame in mantel en het kenmerkende torentje aan de horizon. Beet! Dit is geen toeval. Als mijn werk geen Noltee is, dan moet er wel verwantschap zijn. Maar wat zijn de ontbrekende puzzelstukjes?

Arntzenius

Dat torentje is een nostalgische stijlvorm van de Um 1800 beweging in de architectuur, begrijp ik. Deze gebouwen werden eind 19e eeuw aan een winkelstraat toegevoegd om meer klasse te suggereren. Noltee heeft zijn schilderij waarschijnlijk in de jaren dertig gemaakt, toen er al auto’s reden in de Spuistraat. Het getoonde werk kwam in 2018 op een veiling voorbij. De verkoper merkt op dat Noltee zich heeft laten inspireren door Floris Arntzenius.

Arntzenius SpuistraatArntzenius (1864-1925) was een tijdgenoot en een schildersgezel van Breitner en Israëls. Hij werkte rond de eeuwwisseling in het centrum van Den Haag en beeldde vaak lokale bedrijvigheid af op het doek. De schilder was gefascineerd door het relatief nieuwe asfalt, dat heel aparte spiegeleffecten veroorzaakte op dagen met regen. Terugkerende elementen in zijn werk zijn de huurkoetsjes en een slagersjongen in een wit jasje.

Arntzenius Wilde Spuistraat

Al snel trof ik talloze schilderijen van een regenachtige Spuistraat aan in het oeuvre van Arntzenius. Met koetsjes en sjieke dames. Zelfs een zonnige versie, ooit verkocht door Studio 2000 – het openingsbeeld van dit verhaal.

Vroegere werken van deze schilder zijn gedetailleerd; later wordt zijn penseel minder precies. Kijk ook eens naar deze grillige Spuistraat van zijn hand – afgebeeld rechts.

Naschilders

Bresslev SpuistraatOp een veiling trof ik een andere navolger van Arntzenius aan, een T. Bresslev die de Spuistraat in beeld brengt. Volgens de verkoper een werk uit de jaren dertig, maar de naam Bresslev is verder niet bekend.

Op dezelfde veiling was eerder ook al een ets van de Spuistraat verkocht. Een werk van Herman Heuff (1875-1945), ooit leerling van Arntzenius.

Grijseels - SpuistraatOok de kunstschilder Leo Grijseels (1884-1966) heeft taferelen van Arntzenius nageschilderd, zien we bij Simonis & Buunk. Grijseels verdiende er een goede boterham mee, het kopiëren van natte winkelstraten met koetsjes en nette dames. Op een recente veiling bracht een grauw winkelstraatje van Grijseels €270- op, maar daar zat ook een mooie lijst om. En hier steeg de prijs boven de duizend euro. Eerder ging een vergelijkbaar winkelstraatje van Grijseels echter voor veel minder van de hand. De waarde zwabbert. Werk van Noltee is makkelijk tien keer zoveel waard.

Op dezelfde online veiling vond ik een Spuistraatje van een K. Gressley die ook aan Grijseels wordt toegeschreven. Blijkbaar gebruikte hij meerdere namen om deze gewilde kunst te verkopen. Gressley lijkt op Bresslev, dus die naam hebben we nu ook verklaard. De veilingmeester vindt dit werk deze keer zo’n € 700- waard. Dat is bijna tien keer zoveel als zijn inschatting vijf jaar geleden. Het verkoopt uiteindelijk voor 600-.

Kitsch

Veel stadstaferelen van Noltee (zie Christies) zijn naschilderingen. Arntzenius fabriceerde zijn Spuistraatjes voor de Eerste Wereldoorlog (zie Wikipedia), de anderen kwamen er later mee. Maar er was veel vraag naar taferelen met koetsjes, dus het was zelfs destijds al kitsch. Ze werden wereldwijd verkocht, verscheept naar handelaren in de VS en Australië.

Eerder in Zakenkrant hebben we al gesignaleerd dat er ook vanuit Parijs een levendige aanbod was van natte of besneeuwde stadsgezichten. Menig schilder werd eind 19e eeuw geïnspireerd door de nieuwe straatverlichting en het asfalt met zijn spiegeleffecten. Deze kunstenaars vonden navolging in de decennia daarop.

Het is fraaie kitsch, daar niet van. Dat geldt ook voor mijn vondst. Ik had het werk in de categorie Noltee geschaard, want die kent zijn eigen naschilders. Zijn hand lijkt er in herkenbaar, maar ik heb meer werken gezien waarin dat het geval was. Alsof een vaardig illustrator een Nolteetje doet. De paarden en dames zijn net iets te nadrukkelijk; ze gaan niet op in de omgeving maar springen eruit. De kleuren zijn minder vaal. Het geheel is te decoratief.  Te behaagzuchtig.

Toen kwam ik in het Haags Museum een schilderij tegen met exact dezelfde elementen, dat werd toegeschreven aan Arntzenius. Vrijwel precies hetzelfde beeld was eerder al verkocht door een bekende kunsthandel als een Grijseels. De wolken verschillen en de Arntzenius lijkt somberder van kleur, maar dat kan ook de belichting van de foto zijn.

Het is een gekkenhuis, de handel in Arntzenius-achtige Spuistraatjes. Zelfs als zijn naam verkeerd gespeld wordt, is een namaak-schilderij een paar honderd euro waard.

NASCHRIFT > Het openingsbeeld bij dit artikel is een schilderij van Floris Arntzenius. Hij zet daar geen verregende Spuistraat op het doek, maar kiest een zonnige dag. De kleding is zomers en de zonneschermen zijn uitgedraaid. Ik kwam een schilderij met een vergelijkbaar tafereel tegen op een online veiling begin 2023. Zelfs de figuren zijn vergelijkbaar. Links zien we een dame met hoed, in het midden een stel en rechts wederom een paar. Ook de zonneschermen zijn aanwezig. En uiteraard de blauwe hemel.

Er is nog een derde versie, die ook aan Arntzenius toegeschreven wordt. De eerste van de volgende schilderijen is te vinden op de site van Studio 2000, die het omschrijft als een aquarel, gouache en krijt op papier. De middelste is een olieverf op paneel – achterkant van een theekistje. En de derde is in 2021 geveild bij Christie’s in Amsterdam die het beschreef als een olie op paneel van Arntzenius, met een signatuur rechtsonder.

Het nieuw te veilen doek lijkt op een studie voor de tweede variant (Christie’s) dat dan weer een voorloper is van de derde variant (Studio 2000). Let erop hoe de benen van de linkse dame doorschijnen in haar witte rok. Arntzenius had ook toen al die male gaze. Het nieuw te veilen schilderij heeft geen herkenbare handtekening en is snel opgezet, maar elke streek is doeltreffend. Misschien is het wel een goeie kopie. Ik heb geboden maar haakte af rond €250-. Voor driehonderd euro wisselde dit doek van eigenaar.

Antoon Markus

De kunstschilder Antoon Markus vond het wel prima dat zijn woonhuis aan een populaire wandelroute in Wolfheze lag, want dat stelde hem in staat af-en-toe een kunstwerk aan een voorbijganger te verkopen.

Markus is geboren in Arnhem, in 1870 als oudste zoon van een echtpaar dat het ‘Koffijhuis vanouds de Kastanjeboom’ uitbaatte. Vader Antoon Markus sr was zelf een begenadigd tekenaar die in 1876 de kans had gegrepen om voltijds als leraar aan de slag te gaan aan de lokale HBS. Ook zoonlief bleek talent te hebben. Antoon jr werd toegelaten tot de Rijksacademie in Amsterdam, maar hij maakte de opleiding niet af. Hij verkoos het om als zwervend schilder door het leven te gaan.

Antoon Markus - molenIn 1899 maakte Antoon Markus (biografie) zijn eerste grote wandeltocht, langs de Maas diep België in. Daarna spendeerde hij enkele maanden in Engeland, waar hij zelfs even samenwerkte met de Friese kunstschilder Lourens Alma Tadema. Hij studeerde tussendoor ook nog in Rotterdam en Den Haag, om zich uiteindelijk toch in Arnhem en omgeving te settelen. Hij woonde een tijd in Oosterbeek, in Elden aan de andere zijde van de Rijn en later in Wolfheze.

Vanuit Elden verkocht Markus kruikjes kolkwater dat van het Veluwemassief afkomstig was en opborrelde in plassen langs de Rijn. Als een soort wonderdokter. Zijn klanten bestelden zelfs vanuit Den Haag water bij.

Oosterbeek en Wolfheze

In 1915 trouwde hij met een kamermeisje dat in Arnhem in een hotel werkte. Het echtpaar vestigde zich aan de Benedendorpseweg in Oosterbeek, op een steenworp vanaf de Rijn, waar ook de schilder Anton Mauve heeft gewoond. Al snel kwamen er kinderen. Het gezin verhuisde in 1924 naar een speciaal gebouwde atelier-woning in Wolfheze. Markus was geen vanzelfsprekende huisvader, dus het huishouden maakte moeilijke jaren door. Daarom waren extra inkomsten uit de verkoop van schilderijen aan voorbijgangers welkom.

Antoon MarkusMarkus maakte vooral naam als landschapschilder, een navolger van de School van Barbizon. Kenmerkend zijn zijn hoge luchten, waarin het grijs overheerst. “Markus schildert in blauw- en groen-grijzen, in bruin-grijzen met luchten van parelgrijs en warm-doorschijnend bruin. Daarom wordt hij wel eens ééntonig en somber genoemd,” meende Johan Wesselink. Het grijs en zilver is overigens typerend voor Nederlandse impressionisten.

Uiteindelijk produceerde Markus een paar duizend schilderijen. Het merendeel toont Veluwse en rivier-gezichten. Ze duiken regelmatig op op veilingen en lijken de laatste jaren weer gewild. De grijze taferelen van Markus passen goed in het moderne interieur, al zijn de lijsten soms wat oubollig.

Antoon Markus - RijnzichtOnlangs kwam een schilderij voorbij op een online veiling dat zou zijn gemaakt in 1922 naar aanleiding van een bezoek aan Limont in België. Volgens mij zie je gewoon de oever van de Rijn bij Arnhem, waar Markus vrijwel zijn hele leven heeft gewoond. Zijn adres staat zelfs op de achterzijde: Jan van Embdenweg 21 in Oosterbeek. Het schilderij vond een nieuwe eigenaar voor 520 euro.

Een ander schilderij op dezelfde online veiling bracht 305 euro op. Dat heeft nog niet zo lang geleden onderdeel uitgemaakt van een tentoonstelling op kasteel Doorwerth. Zou dat de prijs beïnvloeden?

Jan Weissenbruch

Jan Weissenbruch wordt wel de Vermeer van de 19e eeuw genoemd. Deze kunstschilder en prentenmaker (1837-1880) heeft stadsgezichten op het doek gebracht die aan vervlogen tijden doen denken. Zijn taferelen kenmerken zich door scherp contrast tussen zon en schaduw, en fotografische nauwkeurigheid. Elke baksteen, elke dakpan is herkenbaar.

Weissenbruch zocht bewust naar vergeten hoekjes in de grote steden van Holland om het monumentale karakter van een verdwijnend verleden vast te kunnen leggen. Ook in de kleinere plaatsjes van het rivierenland vond hij inspiratie. De artiest was een romanticus met een vlijmscherpe kwast. Een magisch realist met een nostalgische inborst.

De kunstschilder reisde door het land met zijn schetsboek en ging daar later in zijn atelier mee aan de slag. Zo belandde Weissenbruch in Rhenen, een oud stadje aan de Rijn. De schetsen die hij daar maakte van de oude Kerkstraat zijn uitgewerkt in verschillende kunstwerken. Dat deed Weissenbruch wel vaker, dat hij eerste een paar proefversies maakte. Het Stedelijk Museum in Amsterdam bezit een variant in olieverf op doek, gedateerd op 1875. Gemeentemuseum Het Rondeel te Rhenen heeft een tekening van exact hetzelfde tafereel, maar met minder contrast. Bij het Dordrechts Museum hangt een variant met afwijkend beeld, olieverf op paneel.

Online veiling

Die straatjes in Rhenen trokken mijn aandacht, omdat ik op een online veiling een schilderij aantrof naar Jan Weissenbrucht. De overbodige t in de omschrijving komt doordat Weissenbruch een ƒ toe heeft gevoegd aan zijn signatuur. De ƒ van fecit: gemaakt door. Hij schreef zijn hele naam in hoofdletters en de ƒ als cursief, allemaal te zien op het naar schilderij. De professionele verkoper noch de twee veilingmeesters hadden de fout in de omschrijving opgemerkt.

Je ziet de overeenkomsten pas goed wanneer alle afbeeldingen onder elkaar worden gezet. De olieverf van het Stedelijk Museum (1) en de tekening in Rhenen (3) tonen exact hetzelfde tafereel als het schilderij (2) op de veiling. Alleen de lichtwerking verschilt en de kleuren zijn wat fletser.

Jan Weissenbruch - olieverf 2

Dordrechts Museum -Weissenbruch

Jan Weissenbruch - olieverf 1

Stedelijk Museum -Weissenbruch

Jan Weissenbruch - tekening

Stadsmuseum Rhenen -Weissenbruch

Jan Weissenbruch - naar

online veiling Weissenbrucht

Het doek in Dordrechts Museum (4) wijkt echter af. Dat schilderij heeft de details en fotografische kracht die kenmerkend is voor een authentieke Weissenbruch. De anderen zijn toch meer illustratief. Die van Dordrecht toont echter een extra raam in de gevel, een boom op de dwarsstraat en schaapjeswolken in de lucht. De contrasten zijn scherper. De eerder genoemde werken zijn wat flets en hebben streepjeswolken. Maar kijk eens naar een ander schilderij van het Stedelijk Museum (Prinsegracht in Den Haag) en dan zien we weer diezelfde streepjeswolken.

Eerlijk gezegd zie ik geen grote verschillen tussen het werk op de veiling en het schilderij van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Vergelijk ik die twee vervolgens met enkele andere fletse schilderijen die door bekende kunsthandelaars als authentieke Weissenbruch verkocht zijn, dan vraag ik me af of er meer naar schilderijen in omloop zijn en hoe de authenticiteit eigenlijk wordt vastgesteld. Het zou me niet verbazen als het Stedelijk Museum met een namaakschilderij opgescheept is. Maar dat kan ook het Dordrechts Museum zijn, je bestelt namaak zo online.

Biedoorlog

De veiling liep uit op een biedoorlog tussen twee liefhebbers die bereid waren een groter risico te nemen dan ik aandurfde. Eerder liet ik me wel verleiden om mee te doen, maar deze keer zag ik de wedloop met interesse aan. Uiteindelijk won een bod van € 290-. Ik ben benieuwd waar dit schilderij terecht is gekomen.

NASCHRIFT > Later worden er op dezelfde veiling opnieuw twee werken aangeboden die aan Weissenbruch toegeschreven worden. Het zouden olieverf-studies zijn voor latere doeken. Eén van de studies heeft streepjeswolken, het uiteindelijke werk schaapjeswolken. Dat betreft de wasvrouwen, en als we goed kijken zien we daar de toren van Cunerakerk in Rhenen. Ik durf zelfs te stellen dat het schilderij op loopafstand gemaakt is van de eerder besproken Kerkstraat in Rhenen.

De veilingmeester schat beide werken op 3000 euro en iets meer, maar het duo kon wel eens voor een aanmerkelijk lager bedrag van eigenaar wisselen. Daarvoor heb je dan twee prachtige schilderijen van een heuse meester. Ze zijn uiteindelijk afgehamerd op 1500 euro, de helft dus.

 

Schaapachtig

Komend of gaand? De schaapskuddes van kunstschilder Anton Mauve waren eind 19e eeuw veelgevraagd in de VS. Hun prijs werd beïnvloed door de looprichting van de schapen. Inkomende kuddes waren meer waard dan uitgaand schaapsverkeer!

Atelier Anton MauveDeze wetenswaardigheid is te vinden op de website van het Rijksmuseum. Anton Mauve (1838-1888) is een meester uit de tijd van de Haagse School. Een tijdgenoot van Mesdag en een voorganger van Israël en Breitner. Deze artiesten zochten de natuur op en imponeerden met het gebruik van licht en schaduw op hun doeken. Later kreeg hun werk een lossere toets, een ruwere streek.

Die natuur was nieuw, want voorheen konden kunstschilders alleen in een atelier werken, waar ze zelf hun kleuren mengden met lijnolie en pigment. Door de uitvinding van verf in tubes waren ze in staat om een ezeltje mee te nemen en ter plekke hun indrukken op het doek te zetten. Soms waren dat letterlijk ‘indrukken’, zoals we zien bij de opkomst van het impressionisme. Uit impressies ontstaat ook samenhangend beeld. De Franse impressionisten maakten veel gebruik van kleur; bij de Haagse School zijn de diverse grijzen en grauwen van het Hollandse landschap van belang.

Vincent van Gogh

Anton Mauve is tevens bekend als een aangetrouwde neef van Vincent van Gogh. Die heeft in 1881 op eigen verzoek drie weken les gehad bij Atelier Mauve in Den Haag, waar hij hulp kreeg bij het schilderen ‘naar het leven’. Vincent mocht er stillevens van kool en klompen maken, om zijn stofuitdrukking te oefenen. Op aanraden van zijn neef reisde Vincent daarna naar Drenthe. In het iets latere schilderij De Aardappeleters is de invloed van Mauve herkenbaar.

Souvenir de Mauve - Vincent van GoghNa afloop van de stage hielp Anton zijn vijftien jaar jongere neef om zelf een atelier in te richten in Den Haag, want in Brabant aardde Vincent niet meer. Het tweetal ging soms samen de natuur in om schetsen te maken. Ze verloren elkaar later uit het oog omdat hun opvattingen over de kunst uiteen liepen en Anton afkeurde dat Vincent met prostituees om ging. Maar na het overlijden van zijn neef in 1888 droeg Vincent een schilderij met bloeiende perzikbomen aan hem op: Souvenir de Mauve!

Oosterbeek

Anton Mauve - boerderijMauve was al een gevestigd kunstenaar toen Vincent nog een ventemenneke in korte broek was. Hij maakte naam als landschapschilder. Mauve ging al sinds 1858 regelmatig naar Oosterbeek om daar de heide en het bos op te zoeken, en de uiterwaarden van de Rijn. Hij leidde een reizend bestaan, tot hij zich rond 1874 in Den Haag vestigde. Later verhuisde hij naar Laren, om de schapenkuddes in het Gooi op het eeuwige doek te zetten. Daarmee gaf hij aanzet tot de Larense School.

Anton Mauve - HuiswaartsDe schapen van Mauve vonden wereldwijd aftrek. Hij heeft dan ook vele schilderijen gemaakt met herders die kun kuddes van en naar de stal leiden. Het Gooi en met name de streek rond Laren wordt sindsdien wel Land van Mauve genoemd. Zijn werk is in musea te vinden en bij liefhebbers die tot vele tienduizenden euro’s betalen voor een goed schilderij. We zien ze bij Simonis & Buunk, Studio 2000, Kunsthandel Mark Smit en Hein Klaver.

Is denkbaar dat een echte Mauve opduikt in een online veiling en daar aangeboden wordt voor enkele tientjes? Ik kwam een schilderij tegen met de kenmerkende kudde schapen in een bruine heide en het zilver in de lucht. De stijl is verder minder herkenbaar als die van Mauve, want in zijn werk zijn doorgaans meer naturalistischer landschappen te zien. Mauve schilderde met talloze details, niet met zo’n ruwe streek. Maar van wie is het dan?

AAM - schapenAtelier A. Mauve

Op de achterzijde is dekpapier bevestigd aan het paneel, waarop met grove kwast Atelier A. Mauve is geschreven. Dat is inderdaad een aanduiding die Mauve gebruikte voor zijn eigen studies en vingeroefeningen. Maar wellicht ook voor werk van zijn leerlingen. Het zou zo maar een onontdekte Van Gogh kunnen zijn. Dream on! Het originele atelier-stempel heeft echter ook kenmerken, met name een kruisvormige A. De A achterop dit schilderij voldoet daar niet aan. Iedereen kan de verwijzing naar het atelier aangebracht hebben. Misschien heeft een lijstenmaker die tekst toegevoegd.

Anton Mauve - schapenschetsZijn er nog andere aanwijzingen die behulpzaam kunnen zijn? In het archief van het Rijksmuseum bevinden zich diverse schetsen (1) (2) waarop Mauve een herder en een kudde toont die op de kijker afkomen – te zien aan de houding van de herder. Maar er zijn talloze bekende schilderijen van Mauve met vergelijkbare taferelen. Het is bovendien denkbaar dat dit werk gemaakt is door een navolger die zich door deze schetsen of schilderijen heeft laten inspireren tot een vergelijkbaar tafereel.

De stijl van het schilderij doet door het gebruik van grijzen en zilvers bovendien eerder denken aan Herman Johannes van der Weele (1852-1930), een kunstschilder die beïnvloed is door Mauve. Maar Mauve heeft zelf ook vergelijkbare werken gemaakt, zo blijkt uit dit schilderij van een boertje die de heide oversteekt, thans in bezit van Museo Thyssen-Bornemisza, Madrid.

Anton Mauve - terugkeerAAM - schapenVan der Weele - schapen

 

<in bewerking>

Boetedoening

Een meisje op haar knieën, een man met een stok, een non op de trap: wat zien we dit tafereel? Is het een kerkinterieur of een klooster? En waarom valt dat licht zo eigenaardig op de muren en vloeren?

boetedoeningOp een online veiling trof ik een intrigerend paneel aan. Het is beuken of eiken, dat kan ik niet zien. De schilder heeft een boete-tafereel gemaakt, ergens in een klooster of kerk. Op het eerste gezicht geen bijzonder schilderij, maar bij nadere bestudering is het prachtig vakwerk vol fraaie details. De tegels op de vloer, het zonlicht op de muren, het Mariabeeld boven een offerblok. Maar het tafereel roept ook vragen op.

Is het een jongen of een meisje dat neerknielt aan de voet van een mariabeeld? Mijn keuze valt op een meisje. Zo te zien draagt ze een rokje en heeft ze lang haar. De man die boven haar uit torent is geen geestelijke. Hij draagt een luxe lange jas en hij heeft lakschoenen. Hij leunt op een stok, misschien een paardenzweep. Op de trap daalt een non af. Een vrome vrouw, haar handen in de mouwen en haar blik naar beneden gewend. Alsof ze de opgelegde boetedoening negeert.

Want het meisje lijkt boete te doen, onder dwang van die man. Op haar knieën zit ze voor een offerblok. Volgens de verkoper van het schilderij is het een kerkinterieur. Het kan echter ook een klooster zijn, een school of zelfs een ziekenhuis. De kleding suggereert dat het tafereel zich afspeelt eind 19e of begin 20e eeuw. De omgeving is monumentaal, maar de personages zijn dat niet.

Licht en schaduw

Opvallend is de lichtval. Zonlicht schijnt door grote vensters op de muren, de trap en de vloer. We zien de traptreden en de natuurstenen vloertegels duidelijk afgebakend. De details zijn indrukwekkend, zeker voor een klein schilderij. Maar de lichtval is vreemd. Voor de zitbank loopt het licht door op de vloer, maar op de bank zelf valt schaduw. Kijken we naar het vensterlicht op de muren dan valt op dat het licht op twee haakse muren dezelfde contouren heeft. Dat kan bijna niet correct zijn.

Een bedoeling kan ik daar niet in ontdekken. De schilder heeft simpelweg zijn perspectief onderweg verloren. Maar er zit wel een verhaal in het tafereel. Het lijkt een vroege #metoo getuigenis. Het meisje op haar knieën, de non die wegkijkt. De man als meester. Daar zit kritiek in en misschien wel humor. Is dit een schilderij over schijnheiligheid?

Perspectiven

Zulke kerkschilderijen zijn een genre met oude meesters. Die legden de nadruk op dieptewerking in gebouwen. Later kwam daar ook lichtval bij.

Vredeman de VriesDe architect en schilder Hans Vredeman de Vries (1527-1607) uit Leeuwarden schreef zelfs een boek over perspectief met kerktekeningen als illustratie. Daar is te zien waar Escher inspiratie vond. Ook zijn zoon Paul (1567-1617) maakte schilderijen met indrukwekkende dieptewerking. Hans had in de zeventiende eeuw een slordige dertig navolgers die allemaal bewerkelijke interieurschilderijen met prachtige dieptewerking maakten.

Deze eerste perspectiven zijn te kenmerken als tunnelwerken, omdat ze het gebouw in de lengte op het doek zetten, vanaf een hoog standpunt. Later werden er objecten op het verdwijnpunt gemanoeuvreerd.

Leerlingen en navolgers van Vredeman de Vries waren vader en zoon Hendrik van Steenwijck (resp I en II). Van Steenwijck I (1550-1603) is geboren in Kampen. Hij schilderde kerkinterieurs in Aken, Antwerpen en Frankfurt. Van Steenwijck II (1580-1640) kwam ter aarde in Antwerpen, waar hij de kathedraal als thema koos. Hun werk wordt architecturaal genoemd omdat ze zo precies zijn met perspectieven. Vloeren, wanden, pilaren en plafond: ze zijn met spectaculaire dieptewerking op het doek gezet.

Het Kerkinterieur

Tevens van belang is Bartholomeus van Bassen (1590-1652), een architect en kunstschilder uit Den Haag. Van Bassen schilderde veel interieurs van kerken en paleizen, vaak met geometrische plafonds, gallerijen en tegelvloeren. Wat mensen in die omgeving doen, is minder van belang.

Saenredam

Ook Pieter Jansz Saenredam (1597-1665) lijkt een bron van inspiratie. Zijn vader had fortuin gemaakt met de VOC, dus Pieter had de tijd om zich te bekwamen als architectuur-schilder. Zijn perspectiven zijn ongeëvenaard. Het Rijksmuseum bezit een hele collectie. Saenredam had veel navolgers, dus er ontstond een nieuw genre: het kerkinterieur.

Plassende hondjes

Een navolger was Emanuel de Witte (1617-1692) die wat minder met architectuur bezig was en meer aandacht aan de sfeer gaf. In zijn kerken zijn spelende kinderen te zien en honden die een plasje doen. De Witte was een wildebras die gokte en een vechtpartij niet schuwde. Hij kwam aan zijn einde toen hij zich verhing aan een brug, waar hij verdronk toen het touw brak. Maar als schilder van het kerkinterieur werd hij beroemd. Typerend voor De Witte dat het licht overal vandaan kon komen. Goh, dat is precies wat opvalt op het geveilde schilderij.

Modernen

Meer recente navolgers plaatsen een narratief in het perspectief van die kerk. Het interieur werd achtergrond van een verhaal. Een huwelijk, een doop, een begrafenis.

Genoemd mag worden Jan Baptist Tetar van Elven (1805 – 1889), een Amsterdamse schilder die een romantische visie op het kerkinterieur had. Bij Jean-Baptiste (zoals hij in België werd genoemd) zijn vaak ouders en kinderen afgebeeld op het doek. Meisjes met witte kapjes. Hij signeert met Van Elven of met zijn initialen JBTVE verstopt in een onderdeel. Zie ook deze en deze veiling.

Johannes Bosboom (1817-1891) wordt beschouwd als voorloper van de Haagse School. Daar was het kerkinterieur geen geliefd thema, maar Bosboom’s gebruik van licht, schaduw en kleur plaatst hem vol in de traditie van de school. In zijn werk zien we vaak een ouder en kind in de ruimte van de kerk, om het monumentale karakter te versterken. Bosboom maakte gedetailleerde schilderijen, maar er bestaan ook schetsen en impressionistische werken die met losse hand gemaakt zijn.

Mijn veilingstuk doet aan het werk van Bosboom denken, vanwege het spel met licht en schaduw. Toch lijkt het van recenter datum. De figuren van Bosboom werden vaak in 17e eeuwse kleding afgebeeld. Hij maakte vooral historie-stukken. Van Elven beeldt wel 19e eeuwse mensen af, en ook de manier waarop hij gelaatstrekken afbeeldt lijkt op wat we zien op ons werk.

Nieuwenhuyzen church interiorMeer eigentijdse taferelen zien we bij Adrianus Wilhelmus Nieuwenhuyzen (1829-1894), een Utrechtse schilder die veel kerkinterieurs op het doek gezet heeft. Een werk van hem is onlangs op dezelfde online veiling afgehamerd voor 330 euro.

Een andere schilder die vergelijkbare interieurs maakte, is Jan-Jacob Schenkel (1829-1900), een Amsterdamse kunstschilder. Bij Simonis-Buunk is een mooi overzicht te zien van schilderijen die op het geveilde stuk lijken. Schenkel schilderde op panelen, en op zijn werk zijn mensen in eigentijdse kleding te zien. Nou komen we in de buurt.

Ook W.A. Gijzeman (1870-1920) kan in dit verband genoemd worden. En Jacobus Cossaar (1874-1966) die zowel als Ko Cossaar en Jan Cossaar bekend geworden is met onder andere kerkinterieurs. Daarin is de architectonische precisie ondergeschikt aan het verhaal, maar de lichtval is wel degelijk wiskundig correct. Al maakt Cossaar er een prachtig mistig tafereel van. Een andere moderne tijdgenoot is Jacobus Lambertus Dispo (1890-1964). In zijn kerkinterieurs zie ik veel gotische bogen, licht van boven en draaiende trappenhuizen. Het heeft iets ijdels. Kijk mij eens lichtval schilderen!

<nog in bewerking>

Gare de l’Est

Is dat nou de Gare du Nord of de Gare de l’Est? De stations van Parijs zijn vaak te zien op schilderijen van La Belle Epoque. Populair als souvenir, want deze imposante bouwwerken zijn een fraaie achtergrond om Parijs als lichtstad in regen, mist of sneeuw op het doek te zetten.

Gare de l'EstEr moeten wat dames met paraplu bij, een enkel trammetje en liefst een bloemenkar. Dan is het tafereel compleet. Een hele serie schilders had daar van 1850 tot de Tweede Wereldoorlog een broodwinning aan, want vergelijkbare werken lijken in grote hoeveelheden gemaakt. En nagemaakt. Eerder heb ik al schilderijen van de Notre Dame vergeleken. En deze keer kwam een afbeelding van een station voorbij. Te koop bij een online veiling. Het kwam me al bekend voor.

De Vlaamse verkoper houdt zich van de domme. Hij beschrijft het tafereel als ‘herfst in de stad’ en geeft verder geen info. Zoek het zelf maar uit!

Gare de l'Est 1910Eerst stellen we vast welke plek het is. Al snel moet gekozen worden tussen Gare du Nord en Gare de l’Est. De verwarring ontstaat door een hangar rechts van de voorzijde. Die bestaat wel bij het noord-station, maar bij het oost-station is deze overkapping zelden te zien. Daar staan op de meeste afbeeldingen woningen. Zou de schilder een mengeling van beide stations gefabriceerd hebben? Dan duiken er echter alsnog foto’s op uit de jaren twintig waarop een aanpalende dakconstructie te zien is.

Tijdgenoten

Het schilderij is niet gesigneerd, maar dit genre kent enkele kopstukken.

Gare de l'Est - Galien LaloueLaten we eens beginnen met Eugène Galien-Laloue (1854-1941), een schilder met Italiaanse voorvaders. Daar zien we meteen een treffende gelijkenis. Galien-Laloue heeft dit tafereel vanaf dezelfde positie wel een keer of tien op het doek vastgelegd, bij verschillende weersomstandigheden. Het is evident dat deze doeken de inspiratie zijn geweest voor de navolger die eerder getoond doek heeft gemaakt. Zelfs de lamp en boom zijn vrijwel identiek. Maar de kwaliteit van Galien-Laloue is veel beter. Meer detail.

 Gare de l'Est - Edouard Léon CortèsHet werk van Galien-Laloue heeft een hoge illustratieve waarde. De schilder werd destijds zelfs door de Franse spoorwegen ingehuurd om spooractiviteiten vast te leggen voor toekomsitige generaties.

Hij heeft verschillende tijdgenoten en navolgers. Een tijdgenoot is Edouard Léon Cortès (1882-1969), een Franse schilder met Spaanse ouders. Ook deze schilder heeft talloze doeken met de Gare de l’Est geproduceerd. Deze schilders wisten heel goed dat zulke schilderijen goed verkochten, zeker ook omdat ze de sfeer van een gure winteravond treffend wisten vast te leggen.

Navolgers

Grand Bazar - Jean SalabetEen navolger was Jean Salabet die in 1900 geboren was. Hij heeft de koetsen alleen als kind gezien, dus zijn werk is gebaseerd op oudere afbeeldingen. Hij schilderde het Parijs van zijn ouders. Maar Salabet is wel een zeer vaardige schilder, dus zijn werk verkoopt nog steeds goed. Ook al is de artistieke waarde beperkt. We zien hier weer dezelfde lamp en dezelfde boom. En de ingang van het warenhuis Grand Bazaar.

Gare de l'Est - Antoine BlanchardNoemen we ook de schilder Antoine Blanchard (1910-1988), een pseudoniem van de schilder Marcel Masson. Die heeft het werk van Galien-Laloue en Cortes eindeloos nageschilderd. Ook voor hem geldt dat het zeer vaardig en decoratief werk is, dat vooral in de VS goed verkoopt. De zoon van zijn Amerikaanse agent is graag bereid originelen van vervalsingen te onderscheiden, want ook navolgers kennen namakers.

Veiling

Nou heeft het schilderij op de online veiling een eigen stijl die afwijkt van alle andere doeken. De maker lijkt alles met dezelfde kwast geschilderd te hebben. Details ontbreken. Verfijnd is het niet, maar op zich is dat eigenlijk heel knap gedaan. Ook de kleurkeuze is wat excentriek. De lucht is groen en de lampen in het warenhuis lijken in brand te staan. Noem het gerust impressionistisch, neigend naar het kolderieke. Dat viel me bij dat doek van de Notre Dame ook al op.

Kijken we vervolgens naar de lijst, dan valt het kwartje. Beide werken zijn van dezelfde maker. De achterkanten zijn identiek, het doek lijkt nieuw en de lijst is van klatergoud. Zelfs de Vlaamse handelaar die deze doeken te koop aanbiedt is dezelfde. Misschien laat hij deze schilderijen wel in China maken. Namaken uit een catalogus van Galien-Laloue.

lijst 1 lijst 1achterkant 1achterkant 2

Wat brengt zo’n schilderij nou op? Het doek met Notre Dame was goed voor €160- terwijl op het doek met Gare de l’Est uiteindelijk €310- geboden werd. Daarvoor heb je wel een handgemaakte decoratie aan de muur.

Gare de l'Est - Galien-Laloue Gare de l'Est - Galien-Laloue Gare de l'Est - Galien-LaloueGare de l'Est - Galien-Laloue

Gare de l'Est - Edouard Léon Cortès Gare de l'Est - Edouard Léon Cortès Gare de l'Est - Leon-Cortes

Burg Bentheim

Kasteel Bentheim was een favoriet thema voor de schilder Jacob van Ruisdael. Het imposante slot in een heuvel landschap wordt op zijn doeken een sprookjeskasteel op een berg omringd door wouden en stroompjes, dat zich aftekent tegen dreigende luchten.

kasteelhoeveOp een online veiling vond ik een schilderij van een kasteel op een heuvel, eigenlijk meer een versterkte hoeve. De heuvel is bebost en aan de voet loopt een stroompje langs weiden waarin we een herderin met een koe aantreffen.

Zo’n landschap wordt wel een arcadia genoemd, een droomlandschap. Ik vind het tamelijk middel-europees. Het tafereel is geschilderd op een paneel. Dit werk zou 19e eeuws zijn, maar het kan ook op een eerdere datum gemaakt zijn. Of later natuurlijk, door een liefhebber (of namaker) van dit soort schilderijen.

Van Ruisdael

Ik ben op zoek gegaan naar een vergelijkbaar bouwwerk, en stuitte toen op doeken van Jacob van Ruisdael met het kasteel Bentheim als thema. Die zijn qua opzet en vlakverdeling vergelijkbaar.

Bentheim door Van RuisdaelVan Ruisdael (1628-1682) geldt als meester der landschapschilders. In zijn vroege werk zien we vooral duinlandschap aan de kust bij Haarlem, maar halverwege de 17e eeuw maakte hij vele reizen naar Duitsland. Daar trof hij bergen en watervallen aan, een woeste natuur die reliëf gaf aan zijn werk.

Eén van zijn favorieten was Burg Bentheim, net over de grens bij Oldenzaal. Het hoger gelegen kasteel is tenminste twaalf keer op het doek gezet door Van Ruisdael, al fantaseerde de schilder er vaak een indrukwekkend landschap omheen. In de 17e eeuw was verf in tubes nog niet beschikbaar, dus vervaardigde Ruisdael zijn doeken met versgemaakte kleuren in een atelier op basis van schetsen die hij verzameld had op zijn reizen. Borreltje erbij, dan kwamen de watervallen vanzelf.

Jager of herder?

Kenmerkend voor de fantasiewerken van Van Ruisdael zijn het kasteel op de heuvel en een personage ergens decentraal, als bijvangst. Vaak is het een jager of een herder. Met een hondje of enkele schapen. In het geveilde schilderij zien we een herderin met een eenzame melkkoe.

Van Ruisdael schilderde altijd met veel genoegen wilde wateren en bewolkte luchten op zijn doeken. Die treffen we op mijn werk niet echt aan. Er zitten wel wolken in de lucht, maar die lijken verdwenen onder de vernis. Ook ontbreken de vele details die in de echte werken van Van Ruisdael nog herkenbaar zijn. Het meest gelijkende doek heb ik al aan deze tekst toegevoegd. De andere werken volgen nu.

Burg Bentheim door Van RuisdaelBurg Benthem door Van RuisdaelBurg Bentheim door Van RuisdaelBurg Bentheim door Van RuisdaelBurg Bentheim door Van RuisdaelBurg Bentheim door Van RuisdaelBurg Bentheim door Van RuisdaelLandschap door Van Ruisdael

Zijn er nog andere aanwijzingen die helpen bij het vinden van de herkomst? Het bouwwerk op de recent geveilde versie is niet zo’n grote vesting als het kasteel in Bentheim, maar dat is wel de vorm van de oude Kronenburg die het hart vormt van Burg Bentheim. De maker verwijst wellicht naar de periode voordat de muren en torens toegevoegd zijn. En misschien is het wel een fantasiegebouw, net als de landschappen van Ruisdael.

Er is een signatuur te zien op mijn paneel, maar die lijkt weggekrast en vervangen door een nieuwe, voordat het vernis is aangebracht. Er staat zoiets als LEGRE…

signatuur

The Dutch Mountains

Voor mijn ongeschoolde oog is er ook gelijkenis met het werk van Frederik Marinus Kruseman (1816-1882), een leerling van de romantische landschapschilder Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862) die vaak in de omgeving van Kleve werkte. Koekkoek heeft veel kastelen op heuvels langs de Rijn op het doek gezet en vergelijkbare taferelen in Luxemburg vereeuwigd, maar bij hem stonden bomen op de voorgrond en bleven huizen in de verte.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Fredrik_Marinus_Krusemanhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Fredrik_Marinus_Krusemanhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Fredrik_Marinus_Krusemanhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Fredrik_Marinus_Krusemanhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Fredrik_Marinus_Kruseman

En dan is er natuurlijk nog Albert Cuyp (1620-1691) die ook bergen zag in de stuwwallen van Nijmegen en Kleve. Later zijn dit soort fantasielandschappen wel The Dutch Mountains genoemd, ook een treffende omschrijving.

Les Nabis

Les Nabis (de profeten) was een groep kunstenaars die nu als voorhoede van de abstracte kunst gezien worden. De schilders van Les Nabis portretteerden elkaar vaak lezend. Opgaand in het verhaal, verdwijnend in hun omgeving. De mens als achteloos object.

Ker-Xavier Roussel en Edouard Vuillard waren vrienden op het Lycée Condorcet in Parijs, ergens in de 1870s. Met verwante kunstschilders aan de Academie Julian vormden ze enkele jaren later het collectief Les Nabis, de profeten. Kenmerkend voor deze groep is de uitbundigheid in kleuren en vlakken, en het platte perspectief.

De groep viel al snel uiteen, omdat elke deelnemer voor zijn eigen ontwikkeling koos. Toch worden Les Nabis gezien als één van de voorhoedes van de abstracte kunst, omdat de aanzet tot abstractie al in een aantal werken te zien is. Dan zijn kleur, vlak en stofuitdrukking belangrijker dan een samenhangend tafereel.

Stof-expressie

Opvallend aan het werk van Vuillard en Roussel is dat ze vaak stoffen met een patroon op hun doeken verwerken. Je moet het zien om het te begrijpen. Het lijkt net alsof deze schilders elkaar naar de loef steken door bonte kleding, vloerbedekking, behang, gordijnen en andere stoffen te plooien in de omgeving. Een context die zo sterk is dat het subject er bijna in verdwijnt. Er bestaan een heleboel portretten van personen die opgaan in hun omgeving, alsof ze verdwijnen in hun bezigheid. Deze stijl wordt wel intimisme genoemd.

Edouard Vuillard - Ker-Xavier ?Zo’n portret werd onlangs aangeboden op een online veiling. Kijk maar naar het jasje. Er zat een plakstrip op de achterzijde met de naam Vuillard erop, en in de verf meent de verkoper de signatuur K. Xav te zien. Die geeft een voorzetje aan de koper. Even opzoeken op Google en je herkent de namen van onze intimisten. Maar dat voor een paar tientjes? Ik vertrouw het niet.

Het schilderij is gemaakt in the spirit van Roussel en Vuillard, maar als belangstellende leek mis ik de vaardige hand die je in de overige schilderijen en schetsen wel ziet. En zelfs als het een authentieke Ker-Xavier Roussel is, vind ik deze niet zo mooi als andere werken.

Blur

Ker-Xavier Les DamesWelke andere werken? Ik heb een lijst gemaakt van voorbeelden van Les Nabis, onderin dit artikel. Maar kijk ook eens naar Les Dames van Roussel met hun prachtige jassen. De bomen en het gras zijn achtergrond. Zelfs de gezichten doen er niet toe, ze verdwijnen in een kenmerkende blur. Maar toch zie je dat de gelaten er volledig zijn. Zelfs het haar is herkenbaar als dat van een oudere dame die nog wekelijks een kleurspoeling bij de kapper gaat halen.

woman feeding a child Ker-XavierOf neem de moeder die haar kind voedt. Alles heeft een dessin: het behang, het kamerscherm, de stoelen, de kleedjes, de kleding. Het lijkt wel patchwork. Ook hier zijn de gelaten amper zichtbaar. Het is alsof Ker-Xavier wil laten zien dat hij in staat is alles van een patroon te voorzien en toch herkenbaar te houden. Zoals een voetballer zijn balbeheersing demonstreert.

Herinnering aan de tuin te EttenOf Van Gogh bekend was met deze werken weet ik niet, maar kijk naar de kleding van zijn moeder en zus op het werk Herinnering aan de tuin in Etten, dan zie je een vergelijkbare stof-expressie. Van Gogh maakte het doek in 1888 toen Paul Gauguin bij hem op bezoek was.

De Lezer

Le Pere Ker-XavierDe lezer is een terugkerend thema bij Les Nabis. De deelnemende kunstenaars portretteren elkaar vaak lezend. Op Le Pere zien we de vader van Ker-Xavier lezend. Dat is nou een schilderij om van dichtbij te bewonderen, want de stof-expressie komt nu eens niet tot uitdrukking in patronen. Vader draagt een pak van wol of fluweel. Opnieuw is de gelaatsuitdrukking niet van belang. Maar de houding en de hand zijn treffend geplaatst. Er zit lichaamstaal in het schilderij.

lezer Ker-Xavier RousselDie lichaamstaal is ook herkenbaar in een ander lezersschilderij. Daar is de stof-expressie ook minder prominent, al kan Ker-Xavier het niet nalaten om de plaid over het bed een patroon te geven. Let ook op de glanzende lakschoenen. De geportretteerde lezer lijkt hier een landkaart te bestuderen. Of is het een dagblad? Ik durf te wedden dat op het echte schilderij zelfs de wegen en plaatsnamen op de kaart van Frankrijk te zien zijn.

Vuillard reding by Ker-Xavier

Tenslotte nog een portret waar we een lezende Edward Vuillard zien die geportretteerd is door Ker-Xavier. Hij lijkt in slaap gesukkeld boven zijn boek. En hij draagt een warme kamerjas die prachtig om zijn weggezakt lichaam heen plooit. Het is een demonstratie van de vaardigheid van Roussel.

Een vergelijkbare beeldkracht en vaardigheid zie ik in de online aanbieding niet terug. Dat lezend portret is van eigenaar verwisseld voor 160 euro.

Natason portrays Ker-Xavier Rousselportrait de Ker-XavierWoman with Child

Academie Julian

Wat maakt een naaktstudie een waardevol kunstwerk? Om te beginnen de kwaliteit van het werk zelf en de reputatie van de maker. Maar ook de schoonheid van het naakt en de decoratieve functie tellen mee. Als het dan ook nog eens in historische context te plaatsen is, wordt zo’n schilderij echt interessant.

Nude Academie JulianTussen eindeloze landschappen en stillevens trof ik onlangs op een online veiling een schilderij van een naaktmodel aan. Vaardig geschilderd, maar opvallend waren de kleurstelling die aan een vergeeld krantenbericht doen denken en de achtergrond die van het geheel bijna een grafisch kunstwerk maakt.

Het was ook een schilderij op redelijk groot formaat, dus alleen als decoratief stuk al waardevol. De expert verwachtte een prijs tussen de 300 en 400 euro.

Maar er was meer dat de aandacht trok. Het doek bleek gemaakt door de firma Dubus in Parijs. Daar kochten eind 19e eeuw veel impressionisten en post-impressionisten (zoals Van Gogh) hun benodigdheden. En als we naar de achtergrond kijken, lijkt het naaktmodel geschilderd op een plek waar meerdere schilders tegelijkertijd aan studies werkten.

Gallen in Academie JulianEven zoeken op Google levert al snel beelden op van de Academie Julian. Daar waren de muren bedekt met het werk van deelnemende kunstenaars. Dat plaatst dit werk op een belangrijke plek in een doorslaggevend tijdperk.

Deze academie heeft een eeuw bestaan, van 1868 tot 1968.

Sir Alfred Munnings

Een voorbeeld uit de academie is een schilderij van de Amerikaan Jefferson David Chalfant die Bouguereau’s Atelier als thema kiest. Bouguereau gaf les aan de Academie Julian. Hij was een naturalist, een romantisch realist (in eigen woorden) en een uitgesproken tegenstander van het impressionisme. De letters die in de geveilde naaktstudie gekrast zijn, lijken op de naam Bouguereau. Maar dan in verkeerde volgorde.

nude Alfred MunningsWe vinden ook een aantal naaktstudies van de Britse kunstschilder Alfred Munnings die op dezelfde academie lessen nam. Munnings maakte naam met paarden-portretten. Hij was aan het einde van zijn loopbaan zelfs president van The Royal Academy, waar hij zich in 1949 in een speech op BBC Radio fel keerde tegen vrijwel alle modernisten, met name Picasso en Matisse.

Zijn voormalige landhuis Castle House in Dedham (Essex) is nu een museum met honderden werken van Munnings. Betaald uit zijn eigen nalatenschap.

Atelier Courbet

In dezelfde veiling wordt een houtskoolschets van een naaktmodel aangeboden, ook een groter formaat. Op de achterzijde van het papier staat Atelier de G. Courbet, geen onbelangrijke referentie. Het lijkt met rood potlood opgeschreven, alsof de bestaande lijnen van een preeg- of een wasstempel aangedikt zijn.

Atelier G. CourbetDat is een bekend stempel, gebruikt door de schilder Gustave Courbet (1819-1877) die beroemd werd met zijn L’Atelier du Peintre als voorvechter van het realisme. Courbet had een atelier in Quartier Latin, Parijs.

In 1861 opende Courbet zijn atelier voor leerlingen, waar hij doceerde in de kunst van het weergeven van de realiteit. Maar deze opleiding werd een jaar later al gestaakt. Het is uiteraard mogelijk dat de leerlingen schetspapier gebruikten dat door de meester ter beschikking was gesteld. Maar dat is nog steeds een indrukwekkende afkomst voor een naaktschets.

De houtskoolschets kreeg een nieuwe eigenaar voor 118 euro; de olieverf bracht uiteindelijk 650 euro op. Dergelijke naaktstudies spreken uiteenlopende liefhebbers aan. Je hebt dan ook wel iets authentieks aan de muur. Of vakkundig werk van navolgers. Hoe dan ook: het verhaal achter het naakt is zeker zo interessant.