Drankstokers op Barbados beweren dat rum daar uitgevonden is. Britse planters verwerkten sinds 1627 suikerriet op het eiland. Zij plaatsten soms ketels bij hun persen om sterke drank uit de melasse te kunnen maken. Mid-17e eeuw was rum een belangrijk exportproduct vanuit Barbados, Jamaica en Martinique.
Later vond er consolidatie plaats en ontstonden grotere bedrijven op het eiland. Thans kent Barbados vier rumproducenten. Een grotere groep is de West Indies Rum Distillery aan de kust. Dit bedrijf is vooral een contractstokerij waar geproduceerd wordt voor andere merkeigenaars. Zo wordt onder andere Malibu gemaakt, een mix van rum, likeur en cocoswater. Dat drankje is ooit op Curaçao bedacht, maar wordt nu op Barbados gefabriceerd in opdracht van merkeigenaar Pernod Ricard.
De stokerij is eind 19e eeuw opgezet als West Indian Rum Refinery door George Stade, een Duitse immigrant. Stade was een ingenieur die diverse distilleertechnieken had uitgevonden. Hij wilde zijn fabriek gebruiken om de doelmatigheid van zijn distilleerkolommen te demonstreren, als alternatief voor de ketels die andere rum-producenten nog gebruikten. In 1901 ging het bedrijf failliet, met als gevolg dat diverse suikerriet-families elke een aandeel kochten en de stokerij als coöperatief bedrijf continueerden. Zij plaatsten hun ketels bij de kolommen in de fabriek.
Maison Ferrand
Al die apparatuur stond er ruim een eeuw later nog. Dat was aanleiding voor de Franse onderneming Maison Ferrand om in 2017 een bod te doen op de complete boedel. Dit bedrijf is van oorsprong een cognac-huis in de gelijknamige regio in Frankrijk. Onder nieuw management was Maison Ferrand begonnen diverse oorspronkelijke rums uit de Caraïben op de markt te brengen als premium-product, net zoals cognac verkocht wordt. Deze Plantation Rum wordt gepresenteerd als rum met terroir.
Door de aankoop van West Indies werd de Franse onderneming niet alleen eigenaar van een heleboel klassieke ketels en kolommen, maar ook aandeelhouder in National Rums of Jamaica. Die onderneming is opgezet door de Jamaicaanse overheid die kleinere productiefaciliteiten in stand wilde houden, met hulp van twee grotere buitenlandse distilleerders. Gevolg is dat de Fransen nu toegang hebben tot diverse oude ketels en kolommen, inclusief de oude rum-culturen die smaakbepalend zijn.
West Indies
De stoelendans met aandelen is gericht op premium producten, maar West Indies blijft een stokerij met een grote capaciteit – ruim 80% van alle rum die op Barbados gemaakt wordt. Het bedrijf moet dan ook rum in volume blijven produceren voor diverse opdrachtgevers. Eén massamerk uit deze fabriek is Cockspur. Oorspronkelijk was Cockspur eigendom van dezelfde groep die de fabriek bezit, maar in 2017 wordt het merk verkocht aan de Woodland Radicle Group, een aantal merk-consultants uit de drankindustrie (Diageo) met hun thuisbasis in het Woodland Plantation House op Barbados.
In de voorafgaande jaren heeft het merk Cockspur rare sprongen gemaakt. De rum is jarenlang tegen bodemprijzen verkocht in Engeland, en ook is geprobeerd met hulp van Rihanna er een premium-merk van te maken voor de Amerikaanse markt. Nu is Cockspur op zoek naar een nieuwe marktpositionering. Waarschijnlijk in afwachting van een andere overname door een drankgigant. Heeft Nolet al een rum in het assortiment?
Navy Rum
Nog een interessant rum-feitje. Drank is lang onderdeel van de beloning van matrozen op Britse marineschepen geweest. Het oorlam. Aanvankelijk was dat bier, maar zeker toen er gevaren werd op tropische bestemmingen werd bier vervangen door sterke drank. Aanvankelijk was dat brandy uit Frankrijk, maar door de lobby van de rijke suikerfamilies werd die drank in de 18e eeuw vervangen door rum. Geen whisky en geen gin (jenever) maar west-indisch distillaat. Deze Navy Rum was geen product voor fijnproevers, want de marine had houten opslagtanks in Londen met ruimte voor tienduizenden liters.